Hij begon een tikje formeel met “D,
bent u romantisch?” Een intrigerende openingszin, dus nieuwsgierig opende ik zijn
mail om die snel te scannen voor ik zag dat hij mij niet zo goed kent als hij
zou willen. Ik ben meer romantisch dan jij, P! Ik ga toch geen scheerapparaat
of supersonisch flosding kopen voor een man, gekkie! Dat vraag je alleen maar
omdat ik ooit de glazen kan voor mijn blender moest vervangen. Ja, het
dockingstation voor mijn android dat je aanprijst vind ik wel leuk. Ik had dat
bijna geliked op facebook want soms heb ik zo’n bui. Gelukkig heb ik zelf ook
wat sense & simplicity, en besef ik dat je mij dan daar snel gaat vervelen
met je statusupdates. Je bent echter subtieler dan degene die roept dat ik
verliefd zal worden op de rest van hem omdat hij weet dat ik hem gebruik. Het
is slechts een deel van hem dat dagelijks door mij wordt aangeraakt. Mijn
vingers vliegen soms over hem heen alsof ik een sonate van Bach speel en soms
langzaam en een beetje aarzelend. Mijn hand past perfect om het andere deel van
hem dat soepel met mij mee beweegt. Hij laat het gelaten toe. Ik zou niet
zonder hem kunnen. Maar dat heeft niets met verliefdheid te maken, Logitech.
Kunst en bouwstijlen van lang
geleden hebben net zo min van doen met hedendaagse romantiek als
Valentijn. De commercie speelt mooi in
op de nog immer levende behoefte en creëert luchtbellen. Wat is het dan, romantiek? Het klinkt
ouderwets.
Romantiek is meer dan een emotie
een vorm van perceptie, denk ik. Het is in ieder geval niet iets dat op
zichzelf staat. Je kunt het niet bereiken met een gekunsteld diner voor twee
met duizend kaarsen. Ook niet met bonbons. We verdrinken niet in een
willekeurig paar mooie ogen. Die spiegels van de ziel. Harten kloppen niet
vanzelf synchroon. Het kan zomaar het tegenovergestelde effect hebben als je
mijn hand iets te lang vasthoudt. Of als jouw voet de mijne vindt onder de
tafel. Dan wordt jouw romantische bui ongemakkelijk voor mij. Misschien is het
wel gewoon een tijdelijke staat, een bui waar we af en toe ‘last’ van hebben.
Ik heb in ieder geval een
romantisch gevoel door dit prachtige winterweer. De betoverende plaatjes die ik
zondag vast kon leggen weerspiegelen zoveel magie dat ik blijkbaar als vanzelf
mijn hart openstel voor meer. Net zoals duizenden anderen heb ik ook mijn
schaatsen te voorschijn gehaald. Dankzij enthousiaste sneeuwschuivers en
binnenvaartschepen die tot na de sneeuwval voeren is het ijs op veel plaatsen
spiegelglad. De rayonhoofden van de Elfstedentocht zijn al bij elkaar geweest
en misschien wordt die dit jaar weer eens gereden. Minder groots maar zeker
niet minder leuk zijn bevroren wateren in de buurt. Elke middag na schooltijd
wordt het watertje voor mijn huis bevolkt door vrolijke kinderen met sleetjes
en schaatsen. Voor die tijd is het mijn privé arena. Totdat ik het tijd vind
worden om het grotere bevroren meer uit te gaan proberen en misschien ook de
grotere vaarten op te zoeken voor een tochtje.
Samen zwieren en daarna aan de
warme chocolademelk met slagroom en een scheutje rum erdoor. Elkaar lachend
aankijken met een chocolademelksnor verandert zomaar in diep in de ogen kijken.
Dat is ook wel heel romantisch. En daarna bij het knisperende haarvuur tegen
hem aangeleund op het vloerkleed zittend naar muziek luisteren ook. Als hij mij
dan overeind trekt om samen langzaam te dansen op romantische muziek, en de
bijna volle maan door zijn raam naar binnen gluurt dan barst mijn hart bijna
van alle romantiek. Ik voel zijn wang
tegen de mijne en zijn armen stevig om mij heen. Als ik in zijn ogen kijk voelt
het alsof ik op een aangename manier verdrink en de wereld om mij heen
verdwijnt langzaam tot alleen wij tweeën over zijn.
De volgende morgen, terwijl we aan
het ontbijten zijn, wordt hij gebeld door zijn beste vriend. Omdat ik
ogenschijnlijk verdiept ben in zijn ochtendkrant praat hij er lekker op los met
die vriend. “Ja, man, het was een klere-eind hoor dat schaatsen. Halverwege
moest ik Deb op sleeptouw nemen omdat ze kramp in haar voet had. En toen we
eindelijk bij mijn huis waren aangekomen, waren we zo verkleumd dat er een
flinke scheut antivries in moest worden gegooid.” Hij is even stil en lacht dan
op wat die vriend zegt. “Zeker, zeker, ik zal ook blij zijn als het volgende
week weer gaat dooien. Balen man, dat je handrem was bevroren! Goed, ik zie je
later,” en hij verbreekt het gesprek. Dan loopt hij naar de keuken en komt
terug met de theepot. Met een hand op zijn rug schenkt hij quasi deftig mijn
theeglas nog eens vol. Hij haalt zijn hand achter zijn rug vandaag waarin zich
plotsklaps een donkerrode roos met heel lange steel bevindt die hij met een
zwaai aan mij aanbiedt. Ah, de lieverd. Ik ben verrast en geef hem een kus op
z’n stoppelige wang. Ineens breekt de zon door en zijn hoofd is gevangen in een
aura van licht. De vogeltjes buiten beginnen te zingen en ik voel mij zo blij.
Dan verdwijnt zijn gezicht in het steeds feller wordende licht dat de kamer in schijnt.
Barst, het is het wake-up light… Bedankt P.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten