woensdag 19 september 2012

Nee-Nee


Vanaf dat de kinderen kruipend op ontdekkingstocht gingen heb ik heel vaak nee-nee gezegd. Eén keer het woord zeggen had blijkbaar niet het gewenste effect, of het klonk gewoon botter. Twee keer hielp wel. Soms keken ze schalks naar mij of ik het echt meende en soms moest ik het wat krachtiger zeggen maar ze bleven af van waar ze niet aan mochten komen. Breekbare dingen of stopcontacten, een huis is barstensvol met dingen waar kleine vingertjes beter niet in aanraking mee komen. Dat staccato gidsen van wat wel of juist vaker niet mocht werd aangevuld met ‘bah’, vooral als ze zo’n verboden voorwerp ook nog eens met hun mond wilden onderzoeken. Of ‘auw’ als ik wilde voorkomen dat ze zich aan de radiator brandden.
Je zou dus zeggen dat ik met het opvoeden van vier koters wel heb geleerd om nee te zeggen. Helaas blijkt dat niet zo te zijn, hoewel het wel verbeterd is. Voordat zij er waren kon ik het vaak niet eens over mijn hart verkrijgen om verkopers af te poeieren. Ooit was ik in een Spaans appartement waar een man aanbelde die kaas en worst verkocht. Ik kreeg een stukje te proeven voor ik het wist, en, het ergste is dat ik het walgelijk vond smaken maar toch een (peperduur) stuk van hem kocht.
Ook met mensen die dichter bij mij staan dan willekeurige verkopers heb ik regelmatig vertwijfeld gedacht waarom mijn mond iets anders uitbracht dan mijn gevoel van binnen zowat schreeuwde. Dat ging als het ware vanzelf, dat ik ja zei terwijl ik hartstikke hard nee bedoelde.  
Uiteindelijk leerde ik het wel. Vooral omdat er weinig zo vervelend is als met iets opgezadeld te worden dat je helemaal niet hebben wil. Misschien ken je het wel: “Deze …. (vul zelf maar in) doe ik weg maar eigenlijk is het zonde om weg te gooien. Is het wat voor jou?” En terwijl je krampachtig zoekt naar een tactvol excuus wordt er achteraan gezegd “het is echt iets voor jou, moet je kijken hoe mooi het is/ hoe goed het bij je ogen staat”. Okay, krijgertjes krijgen zijn vaak niet zo erg als voor klusjes worden gevraagd. Omdat ik aan huis werkte en dus vaak thuis was, werd er door buurvrouwen ook regelmatig gevraagd of ik even twee tellen op hun kroost wilde letten of uit school wilde halen. Eén buurvrouw presteerde het zelfs om te vragen of een koper van iets dat ze via Marktplaats aan had geboden bij mij het betreffende ding op kon halen, want… ze wilde zelf even een tukkie doen omdat ze zo moe was.
Eigenlijk is het vaak niet zo’n punt om een ander even uit de brand te helpen maar ik kan er niet zo goed tegen als dat mij teveel aan banden legt. Ik kan er helemaal niet zo goed tegen om überhaupt aan banden te worden gelegd. Tot ik wat meer geleerd had dat te uiten gebeurde het wel dat ik de deur opendeed omdat er aangebeld werd en dat er een buurvrouw van het vorige huis voor de deur stond met haar oude vloerkleed. Dat vond ze zo goed in mijn kamer passen, het zag er inderdaad iets beter uit dan het oude kleed dat ik zelf had maar ik wilde haar kleed helemaal niet. Ik zal wel uitgestraald hebben dat ze mij een plezier er mee deed want voor ik het besefte had ze het uitgerold onder mijn salontafel en zat ze tevreden aan een kop thee hier. Korte tijd later had ik gelukkig zelf iemand anders kunnen overtuigen dat dit kleed precies bij zijn interieur paste en die van hem beter bij de mijne, waarna we omgeruild hebben. Toen zat ik tevreden aan de thee. Hij heeft het kleed overigens niet lang gehouden en het gewoon bij de vuilnis gedumpt toen hij een nieuwe kocht.  Nog wat later bereikte ik het punt dat ik zelf een vloerkleed in een winkel uit kon zoeken en daar ben ik nog steeds heel erg blij mee. Het was in de Trendhopper, daar laten de verkopers je heerlijk met rust.
Nee, het dringendst heb ik Nee leren zeggen toen het recyclen van papier op een parttime baan begon te lijken. Nooit eerder dan hier in Zoetermeer had ik zulke karrenvrachten folders en andere ongevraagde reclame in de bus gekregen. Het stomste was dat ik ze ongelezen door kon schuiven naar de oud-papierbak. Ik heb dan ook een Nee-Nee sticker op de brievenbus want ook de huis-aan-huisbladen zijn aan mij niet besteed. Telefoongidsen hoef ik ook niet meer nu alles op internet veel gemakkelijker te vinden is. Voor die bezorgers geldt de sticker geloof ik niet maar als ik ze ‘betrap’, wat vrij makkelijk is als ik thuis ben want zo’n boek valt met een enorme klap op het luik dat onder de deurmat zit, dan pak ik het op en geef het terug aan ze. Nou ja, een keer wilde ik het geven en werd het zowat een omgekeerde touwtrekkerij omdat het bezorgd moest worden, dus sindsdien leg ik het stiekem terug op hun postkarretje. 

donderdag 13 september 2012

Oeps!


Al maandenlang ben ik trouw op woensdagavonden hier aan het bloggen en op zondagen in mijn andere blog. Op dat andere blog ben ik, nu ik aan het verhuizen ben, dagelijks aan het bloggen, omdat het mij wel leuk leek om bij te houden hoe ik (psychologisch verantwoord!) het ene huis ontdoe van alles dat er niet in hoort te blijven en het andere huis opknap. Daarbij volg ik ook een ontzettend interessante minor momenteel, Brain & Cognition. Dat is een interdisciplinaire minor van Sociale Wetenschappen, Geesteswetenschappen, Biomedisch en het LIBC. Om het plaatje compleet te maken ben ik eind augustus met een online studie begonnen van Coursera. Die gaat over Machine Learning. Een lekkere “doe” studie waarbij je leert om algoritmen te programmeren waardoor de computer zichzelf dingen aan kan leren.
Oh! Ik zou dit in een andere volgorde moeten schrijven want het wordt aangeraden naast de minor, die meer voltijds is dan ik ooit bij psychologievakken heb meegemaakt in de afgelopen jaren, niets anders te doen. Maar ja, Machine Learning begon gewoon pas eind augustus. Het duurt ook “maar” tien weken, en de studielast is slechts tussen de 5-7 uur per week. Als je programmeer ervaring hebt. Dat is overigens niet vereist, staat er nadrukkelijk bij. Ik vond het goed passen bij wat ik weten wil van de hersenen. Als je de vakliteratuur moet geloven ben je met Machine Learning namelijk ondermeer veel beter in staat om bepaalde data boven water te krijgen. Data-mining. Verder zou je er, denk ik, voor cognitieve psychologie veel mee kunnen doen. Ik vertel daar later wel meer over.
In ieder geval ben ik lekker van de straat momenteel. Op 5 september j.l. kreeg ik namelijk ook de sleutel van een nieuwe woning. Omdat nu ook mijn jongste, nog thuiswonende dochter met studeren is begonnen leek het mij verstandig om de huur van ons huidige huis per 15 oktober pas op te zeggen. Na het ondertekenen van het contract togen we samen naar het nieuwe huis waar we even wat behang afgescheurd hebben. Even, want ik kreeg een naar bericht waardoor we meteen weer weg gingen daar. Dat nare bericht liet mij tot de volgende dag met een vreemd verdoofd gevoel doorbrengen, waardoor het mij beter leek om een dagje niet naar Leiden te gaan. Vrijdag pakte ik de draad weer op en viel midden in een nieuw vak van de minor.
Praktisch bezig zijn helpt mij vaak om mijn hoofd weer leeg te maken en ’s nachts te kunnen slapen. Nou, praktische zaken zijn er nu ook genoeg dus het hele weekend lekker buiten in de tuin bezig geweest. ’s Avonds weer even met Machine Learning aan de slag, dit keer de eerste programmeer-opdrachten. De eerste ging goed maar de tweede helemaal niet. Daardoor kwam ik ook niet aan de volgende toe. De volgende dag nadat ik thuis kwam van de minor weer een paar pogingen gedaan, met het idee van de deadline hijgend in mijn nek. Intussen was op de minor duidelijk geworden dat ik topo moet gaan leren. Van het brein wel te verstaan. Er zijn 66 structuren die we moeten kennen. In de colleges is het goed te volgen maar het zelf produceren, zonder bijgaande labels, is een stuk lastiger. Ik besloot Machine Learning daarom op een zachter pitje te zetten. Dan maar geen certificaat, de studiepunten van de minor heb ik immers meer nodig.
Ik vond het heel wat van mezelf, iets zo maar loslaten. Vooral iets dat ik zo leuk vind. Maar ja, je moet soms keuzes maken. Dat loslaten werd de volgende dag weer ongedaan gemaakt. Ik kreeg namelijk bericht dat er door problemen met de server twee dagen aan de deadline waren geplakt. Na slechts één dagje ‘los’ was ik dus weer op het forum daar aan het struinen. Ik vond een groepje medestudenten uit België en NL en vroeg hen te hulp over waar ik vastliep. Vandaag kreeg ik een respons van een Nederlandse Hans die mij vroeg waar ik precies mee vast liep. Om hem zo volledig mogelijk te kunnen beantwoorden deed ik nogmaals de oefening waar het van de week steeds mis was gegaan. En, toen ging het wel goed. Ik zal je niet vervelen met wat ik verkeerd had gedaan. Overigens kreeg ik wel een foutmelding van Windows maar dat gebeurt wel vaker. Omdat ik nu toch een helpend handje leek te hebben gevonden vroeg ik meteen wat er met de volgende oefening precies van mij verwacht werd. Ik was natuurlijk gisteravond al begonnen met de video’s van de colleges opnieuw bekijken maar was dat nog niet tegen gekomen. Soms is een aanwijzing net even wat je nodig hebt.
Gisteren overdag was dat ook het geval, toen ik via het digitale loket van de gemeente mijn adreswijziging door ging geven. Een paar keer had ik het al geprobeerd maar de website schoot van pagina 1 naar pagina 3 en de betreffende formulieren flitsten alleen kort over mijn scherm zonder te blijven staan. Nu heeft die website ook de mogelijkheid om met een medewerker te chatten, waar ik dan ook meteen gebruik van heb gemaakt. Zij vroeg mij het nog eens te proberen en het idiote was dat het toen wel werkte. Misschien, heel misschien, heb ik momenteel een beetje weinig geduld. Jullie hopelijk meer. Vandaar dat ik een dag later dan gebruikelijk mijn blog alsnog durf te publiceren. 

woensdag 5 september 2012

Dichtbij


Je kunt het niet zomaar verplaatsen zonder kop(je) eromheen en je kunt ook niet zonder. Rara, wat is dat? Je brein natuurlijk! Misschien wist je het al maar ik dacht dat het een wat stevigere substantie zou zijn. Als je hersenen uit een schedel haalt is het echter een blubberige drek, althans, dat zegt de professor die ons nu al zes uur probeert wegwijs te maken in de topografie van het brein (en het centraal zenuwstelsel in het geheel), oftewel Neuro-anatomie. Gelukkig is het tot nu toe boeiend om naar hem te luisteren, want hij is nog niet klaar met zijn verhaal.
Maar, ik heb ook het idee dat ik er op dit moment toch ook even klaar mee ben. Ik bedoel, eerst leek het mij enorm interessant om straks in de snijzaal een echt brein te kunnen onderzoeken. Een soort van doktertje spelen, want je hebt er zelfs zo’n witte jas voor nodig (anders krijg je een wegwerpjas maar dat is niet zo echt). Ik had een geromantiseerd beeld door Grey’s Anatomy, moet ik bekennen, waar de knapste vent van de cast de hersenchirurg Derek is. Zelfs het andere karakter in die serie, de blonde Izzy die nog aan het leren is om arts te worden heeft met behulp van een (gewone DHZ) boormachine tijdens een grootschalig ongeluk iemands brein gered, door koelbloedig met behulp van telefonische aanwijzingen van een expert een gaatje in een schedel te boren. Zolang het verzonnen verhalen, plaatjes of filmpjes zijn kun je meestal wel de nodige afstand bewaren. En het zal zeker van persoon tot persoon verschillen. Als kind was ik eens in Oostenrijk op vakantie waar ik onverwachts met de aanblik van een opengereten, pas geslacht varken werd geconfronteerd. Het heeft minstens een paar dagen geduurd voordat ik weer vlees wilde eten. En nog, ik moet er niet teveel bij nadenken want dan gaat het ten koste van mijn eetlust.
Psychologen worden geacht om een groot inlevingsvermogen in anderen te hebben. Dat wil zeggen, niet zonder voldoende afstand te houden. Professionaliteit wordt dat genoemd. Van artsen en andere mensen in de gezondheidszorg wordt min of meer het zelfde verwacht. En van politiemensen, brandweerlieden en ambulancemedewerkers.
Vanmorgen liep ik tegelijk met een groepje studenten door de draaideur van het LUMC. Een meisje van dat groepje verkondigde stoer haar ergernis over dikke vertraging gisteren doordat er iemand voor de trein gesprongen was. Een ander van dat groepje zei dat ze een oproep moesten doen om te protesteren tegen dit soort dingen. Ik kan mij voorstellen dat het hen helpt om met een bepaalde houding met dit soort gebeurtenissen om te gaan maar kan er niet omheen dat ik geschokt ben door het per ongeluk aanhoren van diezelfde houding. Vooral omdat ik vandaag een kort stukje las over dat wij als welvaartsstaat zo slecht omgaan met onze depressieve medemens (bron: Scheurkalender Psychologie).  Heel veel mensen die depressieve  episoden hebben gekend moeten het daarna zelf uitzoeken. Met heel veel steun in de omgeving is een depressie misschien nog enigszins dragelijk. Hoeveel consideratie kun je echter hebben zonder jezelf te verliezen als steunende partij? Depressies zijn namelijk zondermeer deprimerend, ook voor de omgeving.
Nee, geef mij nu maar liever de cursus Machine Learning dan de medische wereld. Daar is maakbaarheid te vervatten in bondige algoritmes. Computers en robots hebben geen gevoel, behalve dat wat je erin stopt. Maar wie weet hoe dat verder zal gaan in de toekomst. Machine Learning gaat namelijk om Artificial Intelligence (AI) dat zelflerend is, zonder dat het zo geprogrammeerd is. Het leert van zijn eigen pogingen, al zijn dat er duizenden of zelfs miljarden, iets waar wij als mens zelden het geduld voor hebben. Misschien komt de dag dat de schaakcomputer gefrustreerd de stukken van het bord veegt omdat hij niet kan winnen.
Maar, als ik het echt mag zeggen, mag Machine Learning nu ook wel weer even op pauze. Ik ben namelijk de afgelopen dagen weer op de fiets naar Leiden gegaan. Gisteren nam ik op de terugweg spontaan een toeristische route, in plaats van door te jakkeren om snel thuis te zijn. Het was zomers warm en ik heb lekker gepauzeerd op een bankje op een heel mooi stekkie aan de rand van een weiland. Hier en daar een huis of boerderij en verder alleen weidsheid en weidedieren te zien, met af en toe een vlinder. Mezelf nog even wanend in het zomervakantiegevoel het studeren moeiteloos op afstand houdend. Ergens tussen Leiden en Zoetermeer. 

woensdag 29 augustus 2012

Doordraven


 In sneltreinvaart liep ik afgelopen vrijdag door de AH XL met mijn 'Yanti Slaats' design fietsmand van de HEMA bungelend aan mijn arm. Het kan echt, snel winkelen, als je doelbewust afgaat op wat je hebben wil. Eerst maiskolven en een klein zakje aardappelen, gevolgd door spekfakkels en satevlees. Meteen door naar de broodafdeling waar ik twee verse stokbroden inlaadde, die ik natuurlijk ook inscande met mijn zelfscanner. Daarna een zak briketten er bovenop waarna ik wenste dat mijn superhandige mand ook wieltjes had toen ik bedacht dat ik ook nog drinken nodig had. Gewichtheffend met de zak briketten intussen onder mijn ene arm en de mand om mijn evenwicht te bewaren in mijn andere hand, liep ik binnen tien minuten na binnenkomst naar de zelfscankassa. Vervolgens legde ik mijn kassabon op de servicebalie daar en kocht mijn koopzegels. Het was wat duurder dan ik verwacht had maar pas thuis, toen ik de kassabon weg wilde gooien, zag ik dat mijn zelfscanner in de volle mand blijkbaar enthousiast door was blijven tellen nadat ik de stokbroden had gescand. Geen twee maar twaalf stokbroden van € 0,99 waren aangeslagen. Dat vond ik wel zonde,  gewoon even € 10,-- teveel betalen.  Snel opgebeld naar de winkel waar mij gevraagd werd of ik binnenkort weer kwam en dat ik dan bij de servicebalie mijn teveel betaalde bedrag terug zou krijgen. Dat vind ik nou aardig. Ik hoefde helemaal niet uit te leggen dat zoveel stokbrood in verhouding tot de hoeveelheid vlees echt niet klopte, zoals ik in gedachten al voor me zag.
Ik hou van zulke winkels. En van goed design. Want behalve dat er geen wieltjes onder mijn fietsmand zitten is het een enorm handig ding om eenvoudig veel boodschappen mee te vervoeren. Hij past ook nog eens gewoon bovenop de fietstassen die ik al heb. Zo maak ik van mijn fiets een pakezel.
Afgelopen zondag heb ik het in mijn Engelstalige blog, Double Dutch Psychology, al over mijn andere favoriet gehad die goede service combineert met een goed design: IKEA. De zaak die mij deze zomervakantie had geprikkeld om mijn twee Klippan-banken te verenigen en er mettertijd nog een derde aan vast te schroeven. Zodat ik uiteindelijk de lang gewenste grote hoekbank heb, met afneembare, wasbare overtrekken.
Het is leuk om te doen en nog leuker dat het resultaat mij tevreden stemt. Het is ook een prettige afwisseling van het geknutsel dat ik achter mijn pc tot stand breng met veranderingen aan de website voor TranQ. Ook een design waar ik nog steeds heel tevreden mee ben maar die een tikje aan mijn huidige wensen moet worden aangepast. Kijk maar eens op hoe het er nu nog uitziet op www.TranQ.nl en kom dan over een paar weken nog eens terug om te zien wat ik veranderd heb.
Ik ben niet alleen met de tekst en de foto’s daar aan het werk maar zou er ook graag wat video’s en meer foto’s op kwijt willen. Zo begon ik te zoeken naar mogelijkheden daarvoor. Bij wijze van proberen heb ik naar een van mijn filmpjes uit mijn Youtube channel gelinked en dat maakt de webpagina een stuk levendiger. Dat specifieke filmpje blijft er niet op staan natuurlijk want het is gewoon een privé video die over heel iets anders gaat. De video(‘s) voor de website moeten nog gemaakt worden. En eigenlijk kan ik daar wel wat professionele hulp bij gebruiken.
Van het een kwam natuurlijk ook weer het ander en zo was ik ineens weer actief aan het nadenken over mijn andere website, www.debbyromberg.nl, die ik al een poosje niet meer onderhouden heb en waarop ik foto’s deel waar ik trots op ben.  Ik ga die website uitbreiden tot meer dan foto’s showen, bedacht ik zo. Misschien ga ik daar wel een how-to-do of portfolio aanleggen van de verschillende (re-)creaties die ik tot nu toe heb gemaakt. Die zijn nogal verrassend of minstens uiteenlopend.
Er is alleen één ding dat de voortgang van al die mooie plannen hoogstwaarschijnlijk belemmert en dat is tijd. Op 20 augustus is immers al de cursus Machine Learning begonnen en op 3 september start de minor waar ik mij al een jaar lang op verheug. Ik ben ook begonnen met het vervolgonderzoek voor mijn begeleidster van het bachelorproject. En ik heb een ander huis aangeboden gekregen waar ik, als het door gaat, naartoe verhuis komende maand. Gelukkig is nu mijn hoekbank zo goed als af om op neer te kunnen ploffen als ik moe word van mezelf. 

woensdag 25 juli 2012

Trouwe viervoeters


Als kind vond ik een paar foto’s ergens in een la van het dressoir. Op die foto’s was een herdershond afgebeeld die van mijn vader was geweest, ver voordat ik geboren was. Die hond heette Beer en ik luisterde ademloos naar de verhalen die ik over hem hoorde. Beer ging mee met mijn vader naar zijn werk, in de bouwerij toen. Hij klom mijn vader achterna, een ladder op en durfde daar dan niet meer vanaf. Mijn vader moest hem dan in de brandweergreep nemen, over zijn schouders en zo de ladder weer afdragen. Een ander trekje van Beer dat minder leuk was, hij liep altijd los, was dat hij plotseling de bosjes in kon duiken waarna een akelige schreeuw van een kat weerklonk, wiens rug hij had doorgebeten.  
Alga en Wodan




Joey
In het oude huis hadden we ook een herdershond, duidelijk het favoriete ras van mijn vader. Voor mijn moeder hoefde een hond niet zo, zij zat er mee opgescheept terwijl mijn vader aan het werk was. Die hond heette Kazan. Zelf kan ik mij er niet veel meer van herinneren, ik was nog geen vijf jaar oud, maar weet nog wel dat hij mijn broertje had gebeten. In het nieuwe huis kregen we ook weer een Kazan en die werd ziek. Hij kreeg toevallen en was dan gevaarlijk voor zijn omgeving. Na zo’n aanval was hij weer normaal en dat maakte het extra moeilijk dat ze hem in lieten slapen na de derde toeval. Jaren daarna, na veel zeuren van mij en mijn broer en zus, kregen we Amor. Een jonge (alweer!) herdershond van 4 maanden oud. Hij was prachtig en ik was dol op hem. Maar hij was ook heel fel, eerder een duivel dan een cupidootje, zo fel dat mijn moeder bang voor hem was. Aan het eind van de eerste week dat hij bij ons woonde konden we hem ’s morgens niet vinden. Overal gezocht, tot in de schuur toe, tot we hoorden dat hij was terug gebracht naar de fokker omdat hij te fel was. Ik was zo kwaad toen. En toen ik vijftien was, hoorden we dat iemand in de buurt zijn één jaar oude bouvier weg deed. Mijn broer en ik gingen er naartoe en we konden haar zo mee krijgen, met stamboom en riem, helemaal voor niets. We belden naar huis en konden mijn vader overhalen, mijn moeder was op haar werk. Nu ik erover terugdenk hoe het voor haar moet zijn geweest om thuis te komen, begroet door een onbekende, zwarte blaffende hond verbaast het mij heel erg dat we de hond mochten houden. Ze heette Alga. We kwamen er al snel achter dat Alga meer dan één vorig adres had gehad en daar de nodige tics aan over had gehouden. Ze was heel bang als we hard praatten of lachten en rende dan naar haar kleedje in de hal, onder de kapstok. Als je haar uit wilde laten en de riem pakte, sprong ze zo hoog dat ze bijna boven je hoofd uitkwam. Ik vond dat in het begin niet echt leuk, was er een beetje bang van, maar we wenden aan elkaar. Het werd echt mijn hond. Kort daarna leerde ik mensen kennen met eenzelfde soort hond en kreeg van hen een boekje met fokkers van dat ras. Met het excuus dat Alga steeds schijnzwanger was en vanwege toch nog schuw gedrag een vriendje nodig had, heb ik buiten mijn ouders om een puppy gekocht bij een fokker. Die heette Wodan. Weer een hond met een karakter tegengesteld aan zijn naam maar dit keer pakte dat goed uit. Iedereen was dol op Wodan, een echte goedzak. En hij werd het beste vriendje van Alga. Toen ik eenmaal het huis uit ging om te gaan samenwonen kwam Alga na een poosje bij ons wonen en Wodan kwam bij mijn zus terecht. Alga is doodgegaan toen ik van mijn tweede kind in verwachting was, ze kon bijna niet meer lopen en moest elk uur naar buiten omdat haar nieren niet meer goed werkten. Dan hees ik mijn oudste kindje in de kinderwagen en ging weer voor een kort en moeizaam ommetje. Ik had het er graag voor over maar toen de dierenarts demonstreerde dat ze niet alleen moeilijk kon lopen maar ook heel veel pijn had besloten we haar in te laten slapen. Dat vind ik de vreselijkste beslissing om te moeten nemen. De hond die we jaren daarna kregen, Joey, een Berner Sennen werd toen hij zes jaar was onverwachts heel ziek. Zo ziek dat ik dacht terwijl ik de dierenarts belde, dat hij terplekke lag dood te gaan. De dierenarts kwam en vermoedde vergiftiging of iets in zijn hersenen maar omdat het zaterdag was kon dat niet meteen worden onderzocht. Pas die maandag zouden we naar Utrecht kunnen, naar het universiteitsziekenhuis. Op mijn verzoek heeft de dierenarts toen een infuus aangelegd, hier in de woonkamer en gaf hem injecties en krachtvoer. De hele nacht ben ik bij hem gebleven en samen met de kinderen verwisselden we de infusen. Zondag leek het iets beter te gaan en maandagochtend toen we hem naar Utrecht brachten leek het bijna alsof er niets aan de hand was. Maar, een paar uur naderhand belden ze vanuit Utrecht. Hij had een gevreesde vorm van kanker die blijkbaar bij dat ras veel voorkomt. We konden hem ophalen en wilden hem thuis door de dierenarts uit zijn lijden laten verlossen. Hij was zo enorm afgetakeld in de halve dag dat hij in Utrecht was geweest dat we hem bijna niet herkenden. Met moeite kregen we zijn grote lijf in de achterkant van de auto, zijn poten waren al helemaal stijf en hij ademde amper. De hele rit van Utrecht tot thuis heb ik op mijn knieën naast hem gelegen om zijn kop te beschermen tegen de hobbels onderweg. We hadden de eigen dierenarts al gebeld en die zou naar ons toekomen. In het half uur dat dit duurde toen we eenmaal thuis waren is hij vanzelf dood te gaan, zonder verder ingrijpen en met ons bij hem.
Thor 
Vorige week kreeg ik een berichtje van de Amerikaan waar ik vorige zomer was. Ik had in die drie weken een hechte band opgebouwd met zijn hond Thor, die mij door het hele huis en tuin volgde en naast mijn bed sliep. Thor is best een oudje, ik denk een jaar of acht, en hij is een beetje blind, heeft rotte tanden en stinkt uit zijn bek. Maar hij is ontzettend lief. De Amerikaan heeft een heel grote achtertuin en net als veel Amerikanen doen wordt de hond daar gelaten om zijn behoefte te doen. Vies en gemakzuchtig. Hij had als excuus dat de hond niet aangelijnd kon lopen. Alleen met zijn ex-vrouw. Toen ik vroeg of ik het eens mocht proberen ging het prima en we hebben een paar keer gewandeld, Thor en ik. De Amerikaan zei quasi serieus dat ik de hond beter met mij mee kon nemen omdat hij zich gedroeg alsof ik z’n baasje was. Nu was het berichtje van de Amerikaan dat hij deze week Thor mee zou nemen naar de dierenarts om hem in te laten slapen. Niet omdat het beest ziek is of krakkemikkig maar omdat hij binnenkort andere diensten van werk krijgt en terug naar school gaat, zodat de hond dan nog langer binnen opgesloten zit. Sinds ik het berichtje kreeg ben ik als een waanzinnige aan het corresponderen met de Amerikaan en informatie aan het zoeken om de hond hierheen te laten komen. Het is een belachelijk dure grap om dat te doen, ik heb het geld niet eens en hij kan mij maar een fractie ervan lenen. Want, ik zou hem op moeten halen. Toch heb ik het er voor over omdat ik het idee niet kan verdragen het beest in te laten slapen om die reden. Maar ik begin steeds meer te beseffen dat een vlucht van dik acht uur, in een bench in het vrachtruim van een vliegtuig grote kans geeft op dat hij dat niet overleeft. Wil ik dat op mijn geweten hebben? Ik weet het niet meer. Ik weet wel dat ik mij weer voel zoals ik als kind voelde, machteloos en gefrustreerd.



woensdag 18 juli 2012

Voor niets gaat de Zon op


Ze zijn er echt. Belangenloze positivo’s. Iedereen kent natuurlijk Moeder Theresa, de inmiddels zalig verklaarde non maar ook zonder dat er sprake is van religie of armoede bestaan er hartverwarmende weldoeners.  Het is nu alweer zo’n vijf jaar dat ik op iedere doordeweekse dag een leuke mail krijg van een Amerikaan, Mike Dooley. Hij heeft een website over wat hij noemt 'totally unique thoughts', tut afgekort. Ik werd daarover ooit getipt door een kennisje in de tijd dat “The Secret” een hot topic was. De mailtjes van Mike Dooley bezorgen mij vaak tenminste een glimlach. Ze zijn gepersonaliseerd met wat ik graag in mijn leven gerealiseerd wil hebben en doorspekt met eenvoudige aanmoedigingen. Hij ondertekent ze met “The Universe” omdat het idee is dat waar je over denkt, wat je wil hebben, ergens in het universum zijn weerklank vindt (en gemanifesteerd naar je terug zal komen). Eigenlijk is dat niet eens waar het mij om gaat, het is meer het genot van de creativiteit en volhardendheid die ik van hem te zien krijg. Zeker, er zit meestal een waarheid als een koe in. Oordeel zelf maar in een voorbeeld, de mail die ik vandaag van hem kreeg:

Blazing desire, Debby, even when it's all you've got, is all you've ever needed.

But mind you, if your blazing desire has not effortlessly thrown you into action - preparing the way, taking baby steps, and doing all you can - then it's just a smoldering desire, and you're thinking other conflicting stuff as well. 

Always hot for you, 
    The Universe

Leuk toch? Of je nu wel in het ‘secret-achtige’ universum concept gelooft of niet, het kan geen kwaad om zoals hierboven er aan herinnerd te worden dat simpelweg verlangen naar iets, zonder in actie te komen, niet snel tot vervulling van je dromen leidt. Je moet gefocust blijven op wat je wil om het daadwerkelijk te bemachtigen. Dagelijks kun je hier mee vrijblijvend worden toegesproken door een soort van persoonlijke coach, zonder dat je daar overigens één cent voor hoeft te betalen. En ja, iedereen krijgt op dezelfde dag eenzelfde mail, ook bijvoorbeeld lekker ding Jason Mraz (van I’m yours en I won’t give up) en andere celebrities. Aangezien bijna niemand erover praat zal dat je pret niet drukken en kan het voelen alsof het exclusief tegen jou gezegd wordt. De website www.tut.com waar je ondermeer die ‘notes’ kunt aanvragen bestaat inmiddels 10 jaar en is wat mij betreft echt een aanrader!
Via een vriend zag ik recent een filmpje van een TED talk op Facebook waardoor ik ontroerd was en geïntrigeerd door raakte. Jane Mcgonical, nog zo'n zonnig type. Zij is een jonge vrouwelijke game designer en hield een enthousiast en voor mij overtuigend betoog over hoe het spelen van een computerspel mensen kan helpen zich beter te voelen. Zelfs wanneer die mensen zo depressief zijn dat ze suïcidale gedachten hebben, zoals zijzelf had na een hersenschudding. Je zou eigenlijk eerst haar praatje moeten horen TED Talk Jane McGonigal voor ik verder vertel.
Iedereen die wel eens Farmville of iets dergelijks online heeft gespeeld zegt of dat het een tijdrovende verslaving is of geniet van het dagelijks spelen. Bij zulk soort spellen komt het erop neer dat je met een bepaalde hoeveelheid energypoints of vergelijkbaars, opdrachten uitvoert die je daardoor weer nieuwe mogelijkheden in het spel laten ontsluiten. Het SuperBetter spel van Jane kun je spelen om je te helpen over iets heen te komen, zoals bijvoorbeeld depressieve gevoelens of een lichamelijke verwonding of om je een totaal zelfbedacht doel te helpen realiseren. Ik ben gisteren begonnen met het uitproberen en ben echt verrast door wat er allemaal is ingebouwd in haar SuperBetter spel. En ook hier weer zonder dat je er maar iets voor hoeft te betalen!
Weet je, ik geloof dat er veel meer van zulke Mike’s en Jane’s op de wereld zijn; mensen die op creatieve en altruïstische wijze proberen om het leven (voor zichzelf en anderen) wat leuker te maken. Ken je er zelf ook zo een? Laat het me weten, ik hou wel van dit soort ‘zonnetjes’ .

woensdag 11 juli 2012

En de winnaar is…


Dacht ik dat ik eerst een paar dagen alleen maar zou gaan slapen na mijn thesis te hebben ingeleverd. Niets is minder waar. Met het deelnemen aan de wedstrijd Student en Ondernemersprijs (STUOP) 2012 is het alsof ik mijzelf weer een flinke schop onder mijn kont heb gegeven. Wat hard nodig was want door de studielast van de afgelopen tijd was ik alleen nog maar tijdens de sessies met mijn cliënt voor liftangst als ondernemer in de weer. Die sessies lopen op z’n eind omdat de liftangst van haar zo goed als verdwenen is. Hartstikke mooi! Toch zijn er nog ontzettend veel meer mensen die van hun angst voor liften of autorijden af willen komen en die moeten mij straks wel kunnen vinden. Net zoals de mensen met bijvoorbeeld een fobie voor honden of straatvrees of andere angsten. Omdat het leven gewoon een stuk gemakkelijker en leuker is als je niet door extreme angst wordt gehinderd.  
Het deelnameformulier was na het helemaal ingevuld te hebben zes A-viertjes vol geworden. De vragen varieerden van het omschrijven van mijn bedrijfsactiviteiten tot de strategieën die ik hanteer om mijn droom te verwezenlijken. Die droom is om voor iedere vorm van angst de realiteit zo getrouw mogelijk na te bootsen, met als bijzonderheid dat die realiteit met maximale veiligheid is geborgd. Net zoals ik dat nu doe met liftangst met behulp van KONE en autorijangst met behulp van ANWB Rijopleiding de Kleijnen, kan straks ook examenangst of angst voor spreken in het openbaar bijvoorbeeld in een echte setting getraind gaan worden. Wanneer zich op korte termijn weer iemand aan zal melden die last heeft van angst voor honden zal ik voorlopig volstaan met het ‘lenen’ van een betrouwbare hond, omdat mijn eigen trouwe viervoeter kort na zijn geweldige hulp om een tienjarig meisje over haar angst heen te helpen is overleden. Maar het idee is: voor iedereen die een bepaalde angst wil overwinnen zet ik een veilige variant van het angstopwekkende voorwerp in. En natuurlijk bestaan er tegenwoordig ook mogelijkheden om de realiteit na te bootsen met behulp van geavanceerde computerapparatuur, iets dat ook op mijn verlanglijstje staat om te bezitten. Om dat alles te kunnen realiseren, een instituut waar men kan leren om van zijn of haar angst af te komen, moet er nog heel veel gebeuren. Vooral op het gebied van marketing.
Ik besprak dat van de week met mijn zoon, met name over de website, die hoog nodig geupdate moet worden. Gelukkig heeft hij nu ook vrij van zijn studie en had gisteren toevallig ook een dag vrij van zijn werk, waardoor we samen aan de slag gingen. De lay-out wil ik houden, die vind ik mooi en daar heb ik een aantal jaren terug € 3.500,-- voor betaald. De functionaliteiten die in php zijn geprogrammeerd heeft Michael gemaakt. En nu gaat hij het dus weer voor mij aanpassen. De benaming op de knoppen moet worden aangepast, nevenactiviteiten zoals testcentrum zijn voor ECDL daar ben ik immers mee gestopt. Verder moet er ook heel veel met de tekst gebeuren, die moet vooral worden ingekort en overzichtelijker worden, dat ga ik doen. Het lijkt gemakkelijk maar ik weet nu al dat er behoorlijk wat uurtjes in zullen gaan zitten voor ons allebei.
Daarna ben ik er nog niet. Ik moet actiever naar buiten treden met wat ik doe. Dat betekent bedrijven bezoeken, om die op de hoogte te stellen van deze effectieve trainingsmogelijkheid voor hun werknemers. Ook huisartsenpraktijken en openbare gelegenheden moet ik af gaan om te kijken of ik er foldermateriaal kwijt kan. Verder wil ik gaan kijken of er behoefte bestaat aan lezingen over het onderwerp angst. Gelukkig duurt de zomervakantie van mijn studie nog even.
Zoals ik in het deelnameformulier voor de wedstrijd ook al aangaf bij de vraag wat ik als lastigste probleem ervaar in mijn onderneming is dat marketing. En dan met name om dit structureel te doen. Ik ben namelijk een kei in het ergens aan beginnen maar zonder gedegen plan. Zo heb ik in de tijd dat ik ondernemer ben, ook met mijn vorige bedrijf, veel acties gedaan op het gebied van marketing maar de nodige follow-up kwam vaak niet goed uit de verf. Dat is zonde, dan is het niet meer dan een schot voor de boeg. Een paar jaar geleden heb ik mij laten verleiden tot adverteren in de Gouden Gids en de Telefoongids. Maar voor een (nog) kleine onderneming is dat eigenlijk veel te duur. Ik moest dat dan ook na twee jaar weer stoppen omdat het budget op was.
Sommige dingen weet ik dus best hoe ik dat anders zou moeten doen. Toch ben je als eigen baas vaak net teveel op jezelf aangewezen en is er niemand die je erop wijst dat of wat je bij moet sturen. Dat sprak mij het meeste aan in de prijs die je kunt winnen met deze wedstrijd: tips van topmanagers. Ook de beloofde landelijke media-aandacht is niet verkeerd natuurlijk. Ik ben er trots op dat mijn website nu al hoog in de zoekresultaten van Google naar voren komt als je “liftangst” intypt maar dat is niet genoeg om TranQ een begrip te laten worden. Van alle inzendingen wordt deze week bepaalt welke twintig ondernemers/studenten telefonisch zullen worden geïnterviewd om door te gaan naar de vijf finaleplaatsen die een presentatie voor de jury mogen geven. Elke keer als de telefoon nu gaat veer ik gespannen op. Hoe het ook uit zal pakken, ik heb in ieder geval weer de smaak te pakken gekregen om deze zomer ondernemend door te brengen.