woensdag 28 maart 2012

Mijn krachtpatser


De dagen vliegen, meer nog dan anders. En dan lenen ze ook nog een uur van je dat je zonder rente over 6 maanden pas terug krijgt. Nou ja, het is in ieder geval een teken dat ik mij niet verveel. Daarom ben ik ook zo blij dat ik sinds vandaag weer een krachtpatser in huis heb. Ik  heb mijzelf twee maanden moeten behelpen buitenshuis en eventjes is dat best leuk, lekker studentikoos, maar ik kreeg er wel een beetje genoeg van om er zoveel moeite voor te doen. Het was wel heel lief dat ik zolang die van mijn ex mocht gebruiken. Soms verbaas ik mij echt hoe makkelijk hij daarmee is. Dan doet hij mij een beetje denken aan een plastic Albert Heijn tas, niet echt natuurlijk maar door de slogan die daar sinds kort op staat. Gebruik mij opnieuw. Nu staat er een spiksplinternieuwe in mijn badkamer. En ook eentje in mijn keuken. Die in de keuken gaf de doorslag want dat kon ik moeilijk her en der gaan onderbrengen.
Het is wel een beetje ironisch dat ik net geld terug gekregen had van Eneco, dat ik het meteen weer uit kon gaan geven. De hele winter heb ik de kachel een paar graden lager gehouden dan voorheen en loste de kou op door een fleece dekentje om mijn schouders heen te slaan. Het gevolg was dat als ik bij iemand op visite ging, ik het daar al heel snel plofheet had. Met een leuke belastingaanslag in het vooruitzicht had ik het er wel graag voor over. Eind januari, toen de belastingaanslag er nog niet was, gaf dus de wasmachine de geest. Afgelopen maandag hield ook de vriezer het voor gezien. In plaats van naar het tentamen gaan, dat ik toch nog niet goed genoeg geleerd had, ging ik maar op witgoedjacht. Na de Makro, Bemmel & Kroon, BCC en Mediamarkt zag ik door al het witgoed de wasmachines en vriezers niet meer. Nu besefte ik dat het niet alleen om financiële reden was dat ik zo’n aankoop had uitgesteld. Ik vind het gewoon ontzettend lastig om te kiezen. Daarom had ik sinds januari ook al een beetje uitgedacht wat ik nu wil. Ten eerste moet zo’n apparaat heel erg zuinig zijn. Daarnaast wil ik een grote. Zo eentje waar ik de hoezen van allebei de banken in één keer in kan doen en de overige was om de week in past. Je kan dan wel zeggen dat het apparaat het werk doet maar met erin stoppen en er weer uit halen, vooral dat laatste ben je best een poosje zoet. Niet alle kleding gaat in de droger, dus moet het op hangertjes te drogen worden gehangen. Beddengoed hang ik liever op omdat ik dan minder hoef te strijken. Ongestreken is mijn eerste nacht in een schoon bed niet half zo lekker.
Bij de Makro was het eigenlijk makkelijk. Daar kon ik ongegeneerd met mij telefoon foto’s maken van de productbeschrijvingen met prijskaartjes. Bij de andere winkels was het anders omdat er al snel een verkoper op je af komt. Ik weet zeker dat die gasten meer verstand hebben van psychologie dan ik. Uiteindelijk heb ik mijn spullen gekocht bij de zaak met de aardigste verkoper en ging ik met een andere wasmachine de deur uit dan ik dacht te gaan kopen. Nee, hij werd bezorgd eigenlijk. Dat gaf uiteindelijk de doorslag waardoor ik niet probeerde af te dingen zoals ik eigenlijk van plan was. Het feit dat het de volgende dag bezorgd kon worden. Inmiddels was ik al een tweede keer naar die winkel toegegaan. Ik was het zat. Ondanks de vriendelijkheid die meer was dan bij de andere winkels voelt iets kopen minder leuk dan andere keren. Het gekke is ook dat ik die man een volgende keer zal herkennen aan zijn te lange vingernagels. Hij mij aan mijn in zijn ogen onbenullige vragen waarschijnlijk.
Het werd vandaag weer allemaal goedgemaakt door de twee krachtpatsers die de machines kwamen bezorgen. Ik doe het ze niet na, een oude wasmachine een trap af dragen en even zo vrolijk de nieuwe naar boven tillen. Ik besef dat het best luxe is om een krachtpatser in huis te hebben. Het nieuwe is er nu nog niet af, ik zit nog in de uitprobeerfase zeg maar. De hoezen van de bank heeft ie prima gedaan. Eens even kijken wat ik er nu in kan stoppen zodat ik weer een ander programma kan proberen. Was ik er gisteren door het eindeloze geshop niet zo blij mee toen ik de knoop had doorgehakt, nu begin ik ‘m langzaamaan op waarde te schatten. Hij maakt ook weinig herrie door zijn koolborstelloze dinges. Dit zou weleens de perfecte krachtpatser kunnen zijn die mijn leven een stuk aangenamer gaat maken. 

woensdag 21 maart 2012

Vier op een rij


Hoewel ik mijzelf nooit zo als sportief zie ben ik het bij vlagen best wel. Als kind was ik als de meesten vaak maar kort enthousiast voor een sport. Zo heb ik aan judo en jiu-jitsu gedaan, een poosje bij een gymnastiekvereniging geweest, na-schools badminton en tafeltennis gespeeld en een seizoen op tennis gezeten. O ja, en zwemles, tot ik mijn derde diploma had gehaald. Ik vond het leuk om met de avondvierdaagse mee te doen, vooral op de laatste dag als je de medaille kreeg en met een majorettencorps langs het Rijswijkse stadhuis paradeerde. Met die gymvereniging heb ik ook nog een keer een mars gelopen van Renkum naar Arnhem geloof ik, de Airborne mars. Voor elke sport was er een aparte outfit nodig en ik kan mij nu wel voorstellen dat er wat mijn ouders betreft een limiet was voor weer iets nieuws. Vandaar dat ik pas ging paardrijden toen ik het zelf mocht beslissen. Een kennismakingscursus was dat en binnen een tijdsbestek van pas tien lessen gingen we met de hele groep naar Meijendel voor een buitenrit. Ik vergeet het nooit. Geef mij maar een auto, die gaat tenminste de kant op die ik stuur, zonder eigen wil. Het paard waar ik op reed, een eigenwijze donder, ging waar de hele groep links afboog met mij op zijn rug in volle galop naar rechts. Het voelde als slow motion toen ik van het zadel gleed en de grond, razendsnel, steeds dichterbij zag komen. Een week lang kon ik alleen met een geleende wandelstok de hond uitlaten. Een paar jaar later heb ik het nog eens geprobeerd in een serie rijlessen met het hele gezin. Het zag er best schattig uit, de kinderen alle vier achter elkaar, op paarden van verschillende hoogte. Ik had er niet zoveel vertrouwen in en als mijn paard al niet uit de pas ging dan werd mijn aandacht afgeleid door de capriolen van de paarden waarop de kinderen zaten. Hiermee heb ik het ruiterhoofdstuk definitief afgesloten. Mijn zus niet. Zij was tegelijk met mij begonnen en heeft nu een onwijs leuk eigen “Indianenpaard” waar ze geregeld woeste buitenritten mee maakt op het strand.
Een andere sport die ik ooit met mijn zus tegelijk ben begonnen heeft ertoe geleid dat ik op het circuit van Zandvoort heb gereden, de Tarzanbocht onder mijn eigen wielen heb gevoeld. Op rollerskates. Wekelijks gingen we op vrijdagavond en zondagmiddag naar een oude fabriekshal waar je bij alle weersomstandigheden onder genot van een stevige beat uit de stereo indoor kon skaten. We hebben er street-hockey geleerd en leren dansen (!) op skates. Daarvoor had ik de rem van mijn skates gehaald en er speciale (plattere) hockey-wielen onder gezet. Binnen no-time had ik een tweede paar skates voor het ‘gewone’ werk, zoals Women-on-wheels in het Zuiderpark. Al rap volgde een rondje om Eindhoven, Friday-night skate in Amsterdam en niet te vergeten Parijs. Die stad heeft heerlijk brede, geasfalteerde stoepen waar we met de hele groep, onder politiebegeleiding, bezit van namen. Alleen de stoepranden zijn er soms megahoog maar in zo’n groep rijdend en met de hand van mijn partner voor het grijpen, sprong ik daar redelijk soepel af en op.   
Na een poosje werd de hal in Rijswijk vervangen door een minder fijne en was de hype van gesponsorde skate-evenementen een beetje over. Al ben ik het beduidend minder vaak gaan doen is ‘eventjes’ een stukje skaten erin gebleven. Zoetermeer heeft lekkere geasfalteerde fietspaden en dat is maar goed ook. Op hobbelige ondergronden ben ik in mijn eentje een kneus. Vergezeld van mijn zus en jongste dochter ben ik deze week al vier dagen achter elkaar op pad gegaan. Iedere dag een stukje verder want we moesten er weer even inkomen. Intensief met tegenwind maar hartstikke gezellig zo. Omdat rechtstreeks van huis met skates aan nog teveel hobbelige stukken heeft, fietsen we eerst met volgeladen tassen naar waar het fietspad begint. Gisteren, tegen de avond, besloten we een stukje verder om het Noord-Aa te gaan. We hadden al over één vee-rooster heen gekluund toen bij de volgende de rem van Kim’s skate naar beneden werd gedrukt. Er was geen beweging meer in te krijgen, hoe hard we ook sloegen met de skate op het vee-rooster. Een tikje wanhopig keken we naar de andere oever, waar heel ver weg onze fietsen stonden. Dat zou een hele lange terugtocht worden als we moesten gaan lopen. Gelukkig kwamen er als bij toverslag twee mannen aan op skates, die gedwongen door het vee-rooster hun vaart moesten minderen en een poging tot helpen deden. Ze gaven het echter al snel op, deze helden. Kim ging steppend op één skate en een sok de heuvel af naar het tot huis omgebouwde gemaal om te vragen om gereedschap. Brenda en ik gingen iets langzamer achter haar aan de steile heuvel af, zijwaarts stappend in de berm omdat wij al lang geen rem meer onder onze skates hebben. Kim had intussen een inbussleutel gekregen van de aardige bewoonster, waardoor haar remblok er ook af kon worden gehaald. We vervolgden onze tocht richting de woonwijk waar we heel stoer de hobbelige stoepen en straatstenen voor lief namen. Terwijl Kim met onbezonnen jeugdigheid voor ons uit reed greep ik de hand van mijn zus en voorkwamen we beiden meerdere oncharmante valpartijen.  Toen we bijna weer bij het geasfalteerde fietspad een laatste oneffen stuk stoep bedwongen, sprak een oudere voetganger ons bemoedigend toe dat ‘Adje Keulen-Deelstra ook ooit zo begonnen was’. We moesten Kim uitleggen wie dat was. Ach, wat geeft het, we moeten het gewoon weer opbouwen. En als je kijkt hoe soepel we alweer over asfalt rollen en hoe graag we het iedere dag doen dan komen we dit jaar misschien wel weer terug in Parijs.


woensdag 14 maart 2012

Muze


Deze is speciaal voor jou. Ik heb geen idee of je jezelf erin herkent. Zelfs niet of je dit überhaupt zult lezen. Misschien maakt iemand anders je er wel op attent dat er over je geschreven is. Zou je dat leuk vinden? Of hou je er niet zo van om in de spotlights te staan? Je bent een bijzonder mens en dat zullen meer mensen desgevraagd beamen. Het wordt alleen niet zo vaak gevraagd. Men kan zich afvragen wat bijzonder aan je is en of bijzonder zijn iets is om blij van te worden. Laat ik het zo stellen, de dag dat jij geboren werd zou tot Nationale feestdag uitgeroepen mogen worden. Dat zegt toch wel iets. Alleen wist niemand toen al echt hoe bijzonder jij bent, ik ook niet.
Ik zal proberen om jouw bijzonderheid uit te drukken zonder meteen je identiteit prijs te geven. Voor het geval je deze ode toch niet zo waardeert. Om te beginnen heb je een scherp opmerkingsvermogen, je bent in staat om het kleinste detail te onderscheiden waar de meeste mensen onbewust van blijven als jij het ze niet zou vertellen. Tegelijkertijd kun je het grotere plaatje zien, alsof je er bovenuit kunt stijgen. Dat is niet iedereen gegeven, meestal heeft men het een of het ander. Iets anders waar menigeen je om benijdt is, ik denk dat de beste omschrijving hiervoor je flexibiliteit is. Is je ultieme doel niet haalbaar dan stel je het uiteindelijk bij. Nooit zonder het tot het uiterste te hebben geprobeerd. Daarom zul je ook niet zo snel geclassificeerd worden als jong of oud, want je kunt het beide zijn. Op je goede dagen, het lijkt mij in ieder geval dat dit je goede dagen zijn, ben je als een kind, onbevangen, spontaan en nieuwsgierig. Het zijn die momenten waarop je het meest toegankelijk bent en zelfs knuffelbaar. Je hebt ook je mindere dagen, die noem ik zo als je jezelf van de buitenwereld afsluit en je als het ware verstopt voor anderen. Wie je op die dagen hoort praten of ziet lopen zal denken dat je de hele wereld op je schouders meetorst. Op zulke dagen zou ik je mee willen nemen ver van alle sores en bij je willen blijven tot het weer wat luchtiger wordt voor je. Dat is hoe de maatschappij het wil, serieuze luchtigheid. Maar ik geniet net zo van diepgaande, zware discussies met jou.
Wist je dat ik je stiekem mijn muze noem? Omdat je mij heel veel stof tot nadenken geeft en inspireert om telkens weer een stukje te schrijven. Niet omdat ik mijzelf arrogant als kunstenaar bestempel. Daar heb ik een iets groter publiek voor nodig dat mij feedback geeft. Ooit, een poosje geleden, heb ik een privé workshop gehad van een vent die Ewout Fehres heet. In een paar intensieve uren heeft hij mij de ins- en outs van tekstschrijven geleerd. Af en toe, als ik aan het opruimen sla, kom ik nog wel eens de aantekeningen daarvan tegen. Wat mij echter haarscherp is bijgebleven is wat hij vertelde zelf ooit te hebben geleerd. Hij heeft namelijk bij een groot weekblad gewerkt op de redactie. Ik weet niet meer zeker of het Nieuwe Revu of Panorama was, ik dacht de laatste. De eindredacteur daar nam hem en zijn collega’s regelmatig mee naar de hal van het bedrijf waar een levensgrote foto van een onbekende man uitgestanst stond. Die man hadden ze een naam gegeven en allerlei eigenschappen en bezittingen toegedicht, alsof het een levend voorbeeld was. Die eindredacteur vertelde de redacteuren dan als hij hen meenam, dat zij zich voor hun artikel af moesten vragen hoe hij, de man in de hal, zou denken, doen of voelen. Met andere woorden, ze moesten schrijven met hem in gedachten. Zoiets beteken jij ook voor mij als ik mijn wekelijkse stukje schrijf. Alleen dan echter. Ik heb je niet jouw naam gegeven, of je eigenschappen en bezittingen toegedicht. Jij bent mijn muze van vlees en bloed met een naam die bij je past. Ik kan nog jaren vooruit met schrijven door jou.
Sommigen zullen zeggen dat je gestoord bent, of in ieder geval prettig gestoord. Dat mag ik wel. Net zoals je onverstoorbaarheid. Je zult niet snel iets doen dat je echt niet wil. Je vuile was hang je niet buiten maar was je keurig schoon. Je bent niet te beroerd om je handen uit de mouwen te steken en als je ergens voor gaat dan ga je ook best ver.
Je talenten zijn te specifiek om hier te noemen. Mij verrassen ze in ieder geval steeds. Je grootste talent voor mij is de kunst om jezelf te blijven. Daar kun je niet genoeg van laten zien. Zeg nou zelf, dat is toch heel bijzonder want van zoveel mensen krijgen we snel schoon genoeg. 

woensdag 7 maart 2012

De kracht van Kraai


Intuïtie of geweten zijn net zulke abstracte ideeën als de ziel. Niemand kan met zekerheid zeggen dat we het hebben en waar in ons lichaam het zou zetelen. Lang geleden dacht een groep wetenschappers bewijs voor de ziel te hebben gevonden door het lichaam van een stervende te wegen. Na het overlijden werd het lichaam opnieuw gewogen en bleek het enkele tientallen grammen lichter te zijn. Het verschil in gewicht werd toegewezen aan de ziel die door de dood het lichaam verlaten had. Het bleek een verkeerde interpretatie te zijn zoals wel vaker gebeurd in het zoeken naar antwoorden. Toch is het niet moeilijk om op iemands ziel te trappen en je geweten kan je vertellen dat je het had kunnen voorkomen als je je intuïtie had gevolgd. Voor je het weet verzand je in filosofische discussies die je meer verwarring dan helderheid opleveren. Onze queeste wordt soms voortgestuwd en soms naar beneden getrokken door de stromingen in de rivier van het leven. Voor mij persoonlijk is de kracht van mythen en verhalen minstens net zo bevredigend als die van de harde logica. Een verhaal dreef mij afgelopen zomer naar Amerika, het verhaal van Sacajawea.
Sacajawea was een zestienjarige Lemhi Shoshoni Indiaanse die begin 1800 de ontdekkingsreizigers Lewis en Clark hielp om een weg van oost naar west te banen. Eenentwintig maanden, vol ontberingen, duurde hun tocht te voet. Voor zij werd gevraagd om mee te gaan op die tocht was zij als kind geroofd door een andere stam, uitgehuwelijkt aan een Franse pelsjager en moeder van twee zoontjes. Haar afbeelding is te vinden op een gouden dollarmunt die ik tijdens mijn reis cadeau kreeg van mijn gastheer en vriend.
Hedendaagse native Americans die nog volgens de oude tradities leven hechten veel waarde aan de natuur en de relatie tussen alles wat zich op en om de wereld bevindt. Ik verkies de eigenschappen die zij toekennen aan dieren en de manier om er kracht uit te putten, boven het afdoen als antropomorfisme. Zelfs wij, in onze cultuur, weten dat een hond bijvoorbeeld symbool staat voor trouw en meer. Een kraai wordt hier geassocieerd met de dood maar dat komt waarschijnlijk door zijn uiterlijk en zijn manier van eten. Wat zou een kraai je kunnen leren? Soms leren we iets door eenvoudigweg te kijken naar wat iets doet. Na het bekijken van dit filmpje http://youtu.be/_2rJoIhgWmw ben je misschien geneigd om anders naar kraaien te kijken dan je gewend was. Misschien ook niet.
Volgens Indianen bestaan er vele verhalen over dieren die wij allemaal wel kennen. In een leuk en makkelijk leesbaar boekje, met de titel Medicijnkaarten door Jamie Sams en David Carson, zijn een aantal van die verhalen opgetekend. Zo vertellen zij over de  fascinatie die Kraai had voor haar eigen schaduw. Ze bleef er maar naar kijken, eraan krabben, ernaar pikken, totdat haar schaduw wakker werd en tot leven kwam. Kraai werd uiteindelijk opgegeten door haar eigen schaduw en is nu Dode Kraai. Wat zou iemand met sterke afkeer van zijn eigen verschijning hieruit op kunnen pikken? Soms kan een metafoor een veel krachtiger effect hebben dan reguliere psychologische interventies.
Op woensdag 25 januari j.l. stond er een stukje sociale psychologie van Sandra van Marmeren op mijn scheurkalender. Het gaat over een banaan uitlaten aan een touwtje, in een druk winkelcentrum. Rare jongens, die psychologen! Dit experiment scheen een bevrijdende werking te hebben op de participanten. De verklaring hiervoor komt van Albert Ellis, grondlegger van de Rationeel Emotieve Therapie (RET). Omdat we de aandacht die anderen aan ons geven als we ons ‘vreemd’ gedragen overschatten en áls dit gedrag wordt afgekeurd is het ook niet meteen een ramp. Gewoon lekker anders doen dan je denkt dat men van je verwacht kan je gevoel van vrijheid dus vergroten, met of zonder banaan.
Dit komt naar mijn idee ook neer op wat de Indianen verder schrijven over Kraai, die als beschermer van heilige wetten en oude verhalen wordt gezien. Het verhaal over Kraai nodigt je uit om na te denken over wetten van Grote Geest met betrekking tot de door mensen gemaakte wetten en je persoonlijke integriteit als je gids te aanvaarden. Zoals de kraai tegen je innerlijk krast als je geweten aan je knaagt. We kunnen onze eigen werkelijkheid herscheppen door bereid te zijn denken en doen op elkaar af te stemmen. Met het vertellen van een verhaal geef je iemand de vrijheid om het zelf te interpreteren en er zo eventueel iets voor zichzelf uit te halen.