woensdag 25 april 2012

God’s water


Enige tijd geleden reed ik over een smal weggetje dat aan weerskanten door water werd omsloten naar een cliënt in Reeuwijk Dorp. Heerlijk om door zo’n landelijke omgeving te rijden in plaats van over de saaie snelweg. Het regende echter pijpenstelen, zoals wel vaker in ons kikkerlandje, en al het gras dat ik kon zien was doorweekt en zompig. Die cliënt was een aannemer die zich ook bezighield met wegenbouw in die omgeving en hij vertelde over een methode van drijvend materiaal dat verzakking van dijkwegen tegenging. Op de terugweg dacht ik er verder over na en vroeg mij toen ook af of overtollig water niet gewoon afgevoerd kon worden naar landen op de wereld waar enorm watertekort is. Nog steeds kan ik geen andere reden bedenken dan geld en politiek waarom dat niet gebeurt. Ik schreef zelfs de kroonprins, Z.K.H. Willem Alexander aan, omdat hij zijn tijd schijnt door te brengen als watermanagement deskundige. Helaas heb ik nooit antwoord van hem gekregen. We horen ook niet zoveel over zijn werk, als eenvoudige onderdanen. Ook het handjevol mensen in mijn omgeving waar ik wel eens mee praatte over dit naïeve idee van mij, reageerden met eenvoudigweg “dat kan gewoon niet”. Het idee verdween naar de achtergrond.
Een poosje daarna zag ik een video van een inspirerende Deense architect op TED’s talk. Zijn architectenbureau was vertegenwoordigd op de EXPO 2010 in Sjanghai en op TED vertelde hij over de grootse plannen die zij hadden om zelfs het beeld van de zeemeermin van Kopenhagen daar naartoe te transporteren en water uit de Deense haven daarbij. Het water uit die haven schijnt heel schoon te zijn en dat wilden ze de mensen op de tentoonstelling zelf laten ervaren door er een bassin mee te vullen. Eventuele milieugerichte bezwaren weerlegde hij met dat grote olietankers altijd terugvaren gevuld met water, dus dat kon hier ook voor worden gedaan. Kijk, dat bracht mijn ideetje van toen toch weer terug in mijn gedachten. Als je water gebruikt om olietankers uit te balanceren voor hun terugreis, dan kun je ze met een beetje logistiek ook gebruiken om droogte te bestrijden.
Vandaag zit ik hier in mijn werkkamer aan de pc te werken terwijl de regen gestaag op het dakraam klettert. Ik ben vast niet de enige die naar lenteweer verlangt. Tussen het analyseren van de data van ons bachelorproject door, blader ik wat in de New Scientist van 20 april. Een van de artikelen heeft als titel “The Arab spring runs dry” en gaat over de ecologische gevolgen van ondermeer de strijd in Syrië en het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Jordanië, dat op zich al een erg droog land is, op een klein gebiedje met zogenaamde ‘wetlands’ na, dient namelijk als toevluchtsoord voor mensen die het geweld in die gebieden ontvluchten. Dit heeft tot gevolg dat de wetlands drooggepompt worden om voor voldoende drinkwater te zorgen voor alle mensen. Die oase in dit verder grotendeels woestijnlandschap wordt zowel door nomaden als migrerende vogels gebruikt. Het gevolg voor het ecosysteem daar is dat mens en dier worstelen tegen de droogte. Zouden de boeren daar niet blij zijn met ons regenwater? Ik kan het mij niet voorstellen. Meer nog, is dit niet een prachtige vorm van marktwerking, zij mogen natuurlijk het overschot aan zon terugsturen, mits transporteerbaar.
Water is van levensbelang. Dat realiseren we niet zo als het met bakken uit de lucht valt. Of als we ’s morgens wakker staan te worden onder een warme douche. Het is eigenlijk absurd dat in de meeste woningen geen geavanceerd systeem is voor bijvoorbeeld hergebruik van douchewater voor het doorspoelen van toiletten. Technisch kan het. Het zou logischer zijn dat in nieuw te bouwen woningen door te voeren, om te beginnen. Alleen in de duizenden Vinex wijken is daar nog niet veel van terug te vinden. We zijn er blijkbaar te nuchter voor, hier in NL. Het huis van de toekomst, Living Tomorrow, in Amsterdam, is intussen ook al een aantal jaren gesloten. We maken ons hier drukker om het water te weren dat de kusten bedreigt. Ook noodzakelijk natuurlijk. Maar hoe leuk zou het zijn als er mensen blij gemaakt kunnen worden met al de regen die hier valt?
De buien trekken intussen weg. Mijn ideetje verdwijnt straks ook weer uit mijn gedachten. Wie het op wil pakken mag het, ik hoef er geen patent op.

woensdag 18 april 2012

Mini’s


Ontzettend veel speelgoed voor kinderen is gebaseerd op imiteren van ‘grote mensen’ dingen. Mijn favoriete grootgrutter speelt er met z’n huidige actie ook weer prachtig op in. Ook wij sparen hier als bezetenen de miniproducten omdat die kleine varianten zo schattig ogen.  Er is niets mis met dat speelgoed naar mijn idee want leren bestaat grotendeels uit nadoen. Tegenwoordig zijn we ons ook steeds meer ervan bewust dat rollenpatronen vastgelegd worden in hoe kinderen worden opgevoed. Nu mogen jongetjes desgewenst met poppen spelen en meisjes met autootjes, zonder al te veel commentaar erop te krijgen. In hoeverre dat ook weer leidt tot typische gendertegengestelde verjaardagscadeautjes bijvoorbeeld, betwijfel ik maar het mag in ieder geval wel. De meeste jonge ouders vinden het ook leuk om hun dreumes mini ‘grote mensen’ kleding aan te trekken. Hele kleine jongetjes met stoere mini spijkerbroekjes en meisjes van amper een meter lang met rokjes en een piepkleine legging eronder terwijl ze nog niet eens kunnen lopen wekken veel vertedering op. We zijn dol op minimensjes.
Anders wordt het als het te ver doorslaat, vind ik, zoals missverkiezingen en talentenjachten voor peutersdie je vaak ziet vanuit Amerika. Dan zijn de kinderen alleen nog maar een product van de niet gerealiseerde dromen van hun ouders. Nog walgelijker zijn de mensen die kinderen seksueel misbruiken of de misbaksels die kinderen roven en opleiden tot kindsoldaat. Afrikaan Joseph Kony is zo’n man volgens de campagne van Invisible Children. De video KONY2012 (http://www.kony2012.com/watch_the_movie.html) , waardoor een oproep om die man op te sporen en te arresteren viraal de wereld in werd gestuurd, heeft ook mij geraakt. Het is niet voor te stellen hoe het is als je als kind midden in de nacht weg geroofd wordt bij je ouders, uit je dorp, om gedwongen te moeten vechten als een soldaat en misbruikt te worden. Het is al te erg voor woorden als kinderen slachtoffer worden van ziekten en ongelukken zonder dat er koelbloedige opzet in het spel is. Kinderen hebben het recht om kind te zijn voordat ze volwassen worden. Daar zijn volwassen mensen verantwoordelijk voor.
De actie KONY2012 draagt bij aan de druk op wereldleiders om in te grijpen tegen deze wantoestanden en die druk komt rechtstreeks van gewone burgers wereldwijd. A.s. vrijdag, 20 april bereikt deze actie zijn climax door de oproep Cover the Night. Door middel van het plakken van posters en andere, zelfverzonnen, ludieke acties worden straks in de nacht van 20 april wereldwijd mensen actief. Het idee is dat zodra het weer licht wordt iedereen overal de naam van Kony ziet. Daarmee wordt Kony “in het licht gezet”en kunnen de leiders zoals van Africa United en de United Nations niet meer om verdere actie heen. Als je ook wilt laten horen dat je wil dat Kony gestopt wordt kun je via http://www.kony2012.com/ een petitie ondertekenen en berichten hierover verspreiden. De teller voor het aantal petities staat op ruim 3,5 miljoen en dat kan gemakkelijk meer worden want het kost niet meer dan een paar minuutjes om te doen.
Ik had na het zien van de indrukwekkende video KONY2012 een pakketje posters besteld om mee te doen. Niet dat ik nou echt zo’n actievoerder ben maar behalve een petitie ondertekenen wilde ik meer doen. Tot gistermiddag mijn bestelling werd afgeleverd was het eerlijk gezegd alweer een beetje naar de achtergrond verdrongen. Ik kreeg wel keurig op gezette tijden een e-mail van Invisible Children over hoe het stond met mijn bestelling maar het besef echt iets te moeten doen kwam pas toen ik de koker openmaakte die de postbode had afgeleverd. Vijfentwintig posters. En twee armbandjes. 
En nu heb ik zo mijn twijfels omdat ik nu pas besef dat deelname uit nog eens 3 stappen bestaat (http://www.kony2012.com/coverthenight.html). De eerste stap is “Engage your leaders”, de tweede “Serve your local community” en tenslotte stap 3 “Hit the streets”. Om te beginnen heb ik geen idee hoe ik Minister-president Mark Rutte hierin kan betrekken. Hij is te vinden op Facebook  maar hoe spreek ik hem daar aan als er geen mogelijkheid is om iets op zijn prikbord te plaatsen? Volgens de website van www.rijksoverheid.nl kun je hem ook een brief schrijven:

De minister-president 
Minister van Algemene Zaken 
Postbus 20001 
2500 EA Den Haag 

Maar ik doe het liever hier, ondanks de wetenschap dat hij niet tot de lezers van mijn blog behoort. Misschien hoort hij het dan via-via. Slap hè? Want meer nog dan een paar posters opplakken, hik ik er tegenaan om de landelijke politici te bestoken. Omdat dit organisatie verlangt van meer gelijkgestemde mensen, alleen bereik je namelijk niet zo veel. En daarna zou ik volgens het filmpje bijvoorbeeld zwerfvuil kunnen gaan ruimen om mij dienstbaar op te stellen tegenover mijn plaatselijke gemeenschap. Tenslotte mag ik dan de straat op om posters te gaan plakken. Waar kan ik in hemelsnaam die posters gaan plakken, behalve op mijn eigen keukenraam? Meer nog, waar haal ik leiderschapskwaliteit en genoeg idealisme vandaan om een groep gelijkgestemden op te zetten?
Omdat ik het niet bij voorbaat al op wilde geven begon ik voorzichtig met op mijn Facebook pagina een oproep te plaatsen voor medeplakkers. Het is een zo bekend fenomeen in de sociale psychologie, dat groepsgebeuren, dat ik mij even afvraag of en hoe ik die ‘jongens’ er bij in kan schakelen. Dan hebben zij meteen een nieuw onderzoek en is de smet van Stapel een beetje uit te wissen, en ben ik van die verantwoordelijkheid af. Vóór ik die gedachte serieus bekijk, veeg ik ‘m alweer van tafel door de Nederlandse ‘doe-maar-gewoon’ mentaliteit. Langzaam bekruipt mij het gevoel dat ik liever niets van deze actie had gehoord. Toch zonde, want deze actie heeft op zich alles in zich voor een echt democratisch gevoel, doordat mensen zelf in actie worden gebracht tegen misstanden in de wereld. Ik zal niet de enige zijn die droomt van een vredige, rechtvaardige wereld, waar kinderen in ieder geval kind mogen zijn. Om dat te bereiken is er meer te doen dan dromen. Ik hoor nu de AH manager van de televisiereclame tegen mij zeggen: “Dus jij wilt wereldverbeteraar worden?... Ik weet het niet... Misschien kun je beter klein beginnen…”. Okay, dat doe ik dan maar. Hier. 


woensdag 11 april 2012

Werven


Eerstejaars psychologiestudenten moeten verplicht aan onderzoeken meedoen en verdienen daarmee credits voor het vak Tutoraat. Na het eerste jaar ben ik eigenlijk niet meer in de labruimte geweest om mee te doen. Nu, voor het testen van de proefpersonen voor ons bachelorproject zitten we daar weer, heel vaak en lang. Na een aantal dagen zowat full time in de kelder van FSW proefpersonen te hebben getest weet ik wel dat ik geen labassistent baantje ambieer. Dat heeft meer met de atmosfeer op die halfondergrondse plek van het gebouw te maken dan het feitelijke werk, muf en bedompt. Het lab waarin wij werken, SB29 heeft 8 kleine cabines met een tafeltje, stoel en pc erin en twee iets grotere kamertjes. De algemene ruimte heeft twee bureaus met een pc erop en vaak zitten we daar met studenten van andere bachelorprojecten, op fluistertoon te praten, administratie bij te houden en vooral te netwerken. Wij hebben zelf ook meegedaan bij een paar projecten waarvan de mensen meededen met ons onderzoek. Leuk om elkaar zo te helpen, en om de tijd door te komen.
 Proefpersonen werven is best lastig, niet ieder onderzoek heeft een budget om die mensen met geld uit te betalen en dan verloten ze soms cadeaubonnen. Wij hebben gelukkig wel een budget om iedere deelnemer voor een half uur met € 3,25 te belonen en er lopen ook onderzoeken waarbij de bijdrage wat hoger ligt. Vaak is er dan sprake van een grotere belasting voor de proefpersoon zoals het innemen van medicatie of in een MRI-scanner gaan. In ieder geval had ik een mooi excuus om af en toe even naar boven te gaan om mensen te ronselen.
Psychologen willen ontzettend graag weten wat er in het brein gebeurt. Of het nu gaat om hoe coöperatief je bent of hoe je kleuren ziet als je stoned bent, het maakt niet uit. Bij het Cannabis experiment krijg je zelfs weed  plus geld toe. De tijd dat je, zoals tot halverwege de vorige eeuw, mensen aan allerlei experimenten kon blootstellen is voorbij. Alles moet gebeuren volgens de richtlijnen van de Ethische Commissie, om de proefpersonen te beschermen. Dat is maar goed ook. Ik vraag mij af of het ethisch verantwoord is als ik benadruk dat je met af en toe een middagje testen doen, als proefpersoon dus, best leuk kunt bijverdienen. Als je zo achter elkaar van het ene lab naar het andere gaat zou je meer geld verdienen dan achter de kassa bij de supermarkt. En schoon in het handje. Master studente Nadine Bosloper, heeft voor haar onderzoek naar Humor nog zo’n 50 mensen nodig. Ik heb zelf vandaag bij haar mee gedaan en het was heel leuk. Je kunt kiezen of je 15 minuten meedoet voor een vergoeding van € 1,50 of 45 minuten voor € 4,50. Nadine is bereikbaar in SB06, waar je gewoon langs kunt gaan, of telefonisch op 071-527 3405, of per e-mail nadine_bosloper@hotmail.com. Het zou toch humor zijn als zij a.s. vrijdag ook kan zeggen dat zij voldoende proefpersonen heeft?
Ik vind het wel grappig om te merken dat ik werven van mensen steeds makkelijker begin te vinden. Tot niet zo heel lang geleden vond ik het vreselijk lastig om ongevraagd reclame te maken voor mijn eigen praktijk. Zelfs al besefte ik dat het de beste manier is om aan het werk te blijven. Ik had vaak liever dat men mij zelf vond door bijvoorbeeld op liftangst te googelen of via mond-tot-mond reclame. Er wordt best wel eens, als ik zoals zo vaak met mensen aan de praat ben, gevraagd wat ik dan doe voor mijn werk en tegenwoordig laat ik dan mijn folder zien. Vandaag, nog in de stemming van het werven van deze week, is mijn blog ook gewijd aan reclame voor mijn praktijk. De folder waar ik zo trots op ben, kun je downloaden via: http://www.tranq.nl/folder_final.pdf Meer informatie over mijn werk kun je lezen op de website, www.TranQ.nl



woensdag 4 april 2012

Eigenwijs

Het ma blijkbaar niet. I zit a een gek te hameren op hettoetsenbord maar of hi pat d eniet of de spatie, of de j. gehel naar wilekeur. Raadelwaar ik nu echten zin in heb. Net  nu ik even lkkr o i gan noem waar de perfecte man aa mot oldoen. Zou het e teken zin?  Zo ging het en dat dacht ik. Want hoever ga ik  voor de kliks op mijn blog? Als ik vanmorgen, ontzettend vroeg, had kunnen bedenken welk been ik eerst uit mijn bed moest zwaaien was het misschien anders gelopen. Onmogelijk om op zo’n godvergeten vroeg tijdstip te doen en typisch menselijk om te denken dat ik, alleen al door te kiezen met welk been ik uit bed stap, mijn dag een andere wending zou kunnen geven. Alsof daardoor mijn toetsenbord wel gewoon zou hebben gewerkt vandaag. Gelukkig heb ik nog een goed half uur voordat de eigenaar van de laptop die ik ten einde raad even heb ingepikt weer thuis komt van haar schoolexamen. Ik rammel dit stukje er uit en houd het vandaag verder voor gezien, de elektronica en zo. Mijn criteria voor de perfecte man houden jullie nog tegoed want momenteel ben ik waarschijnlijk zo kritisch dat het neerkomt op een niet bestaand exemplaar.
Ik weet best wel hoe je een toetsenbord moet instellen. Ook dat je soms de indeling per ongeluk in de war kan gooien en dat je dat weer oplost met het tegelijk indrukken van de Shift en Control toets. Of was het Control en Alt? Whatever. Ik weet ook dat ik de oplader van mijn telefoon in de buurt moet houden omdat de telefoon niet goed met zijn batterij communiceert en bij een halfvolle batterij abrupt meldt dat die leeg is en uitschakelt. Misschien omdat ik de telefoon te vaak, te hard heb laten vallen. Tekstuele aanpassingen in het testprogramma voor ons bachelorproject zou ik ook zelf kunnen doen, maar daar hebben we Jeroen voor. En zo ben ik naar mijn idee van de week een paar keer voor vrij weinig heel vroeg opgestaan en naar Leiden gereden. De software waarmee hij het testprogramma heeft gemaakt staat maar op enkele pc’s in FSW en het had heel veel gescheeld als ik er vanaf huis toegang in zou hebben.
O jee, het kind is eerder thuis. Na mijn uitleg over het gekke toetsenbord staat ze mij toe om dit “even” af te maken op haar laptop, "want", gromt ze er achter aan: “Na zes uur toetsen achter elkaar ben ik wel even toe aan ontspanning”. Lang leve examentijd. En ja kind, vertel mij wat over toetsen.
Gisteren had ik haar nog aangemoedigd om voor haar Nederlands van vandaag gewoon de structuur op de achtergrond te houden en lekker los te gaan op de inhoud van haar beschouwing over de motieven van Renate Dorrestein.  Afhankelijk van hoe snel de “Moord-op-Melodie”- docent is, volgt het verlossende cijfer, hopelijk binnenkort. Toch is het beter nu het examen is gedaan, de stress is er af en een gelaten gevoel heerst. Na bij vier kinderen de door die docent geschreven musical te hebben gezien kan ik mij niet eens meer haar echte naam herinneren en wie kan het nou wat schelen wat de motieven van Dorrestein waren?  Hoe leg je uit dat al die energie die je er in steekt toch grotendeels subjectief zal worden beoordeeld? Vooral omdat er buiten exacte vakken, in het hele leven eigenlijk, weinig is dat echt objectief wordt bekeken. Wen er alvast maar aan, kind. En til er niet te zwaar aan, dat is zonde van je energie. Examens zijn er bij gebrek aan beter. En als jij een 7½ wilt herkansen, moet je dat doen, maar volgens mij is het niet nodig. Dat is mijn mening natuurlijk, je hebt gelijk, ook volkomen subjectief.
Zo is het ook met eigenwijsheid. Je kunt dat opvatten als een berisping of als een compliment. Soms geloof ik dat ik een teken krijg of een berisping van een hogere macht, als ik iets denk wat niet zo netjes is en vervolgens keihard iets stoot, bijvoorbeeld. Pathetic fallacy noemen de Engelsen dat. Schrijven over wolken die huilen, als het gewoon regent, omdat de schrijver zich verdrietig voelt. Als ik dat nu zou toepassen, zou ik schrijven dat het onweert. Enorme bliksemflitsen die de hemel doorklieven en een donder die de ruiten laat rinkelen. Terwijl ik meestal voor mezelf houd dat onweer in de lucht mij werkelijk een vreemde, vage, maar milde hoofdpijn bezorgt durf ik er best voor uit te komen dat energie iets is waar ik, boven het meetbare, waarde aan hecht. Soms hangt er gewoon iets in de lucht en het zou goed kunnen dat het gewoon een kwestie is van opgefokt zijn.
Van de week deed ik mee met het bachelorproject van een medestudent. Het bestond uit een aantal vragenlijsten over hoe je met je eigen gezondheid omgaat en of je het idee hebt dat je kunt voorkomen dat je een chronische ziekte krijgt. Met een BMI van meer dan 25, mocht ik (joepie!) mee doen, omdat ik kennelijk in een risicogroep val. Ja, ik zou beter kunnen zoenen dan chocola eten om mijn mond bezig te houden maar ja, chocolade ligt in het keukenkastje. Ik ben dan wel al een poosje bezig met gezonde maaltijden op tafel zetten, een hele inspanning vaak, voor het opgeven van snaaivoedsel heb ik iets anders nodig. Dat helpt mij namelijk om letterlijk door te bijten. Constant hollen en bedenken wat er ook nog moet gebeuren maakt dat ik ergens mijn    tanden in wil zetten en zoet gehouden wil worden. Ik was door de drukte bijna glad vergeten dat het Pasen is dit weekend,  weer zo’n vreetfestijn. Dankzij de flesjes actiemel die ik had gekocht voor het leuke springtouw dat ik erbij kreeg, is mijn buik al dagen aan het borrelen met geluiden waar de Etna jaloers op zou worden. Maar afvallen ho maar. Ik moet  er nog maar eens een keer naar kijken hoe ik het serieus kan aanpakken om deze zomer weer superslank te zijn. Ik voel er niets voor om cholesterol en bloeddruk te laten meten en hou ook niet zo van calorieën tellen. Dat zal dus of een droom blijven of een personal coach vereisen. Nadat ik klaar ben met dit schooljaar. In ieder geval heb ik sterk het gevoel dat ik vandaag even niets moet doen, met de nadruk op moet.