woensdag 28 december 2011

Pillen & Knallen

Het is weer die tijd van het jaar. Af en toe loopt er een stelletje jonge pseudoguerrillastrijders langs met hun rugtasjes vol munitie nonchalant aan hun schoudertjes bungelend. De kindsoldaten van Nederland. Het hoort erbij. Lawinepijlen. Zonder stok eraan om ze de lucht in te schieten. Die zijn ‘hot’ dit jaar. Lang leve de Belgen die ons voorzien van al dat mooie, illegale spul. De tijd van kanonslagen, astronauten en babyscheetjes is al lang voorbij. De enige astronaut waar je nu over kan spreken zonder wazig aangekeken te worden is Andre Kuipers. Zou hij weer verbinding maken met zijn familie als het twaalf uur is geweest? Zijn jongste gaat in ieder geval de geschiedenis in als de sinterklaasliedje-zingende peuter die tot ver in de ruimte te horen was. Hoe zou het eruit zien vanuit dat ruimtestation als de wereldbevolking losbarst met vuurwerk? Gelukkig zijn er tijdzones.
Ik ben op de helft nu voor mijn statistiektentamen van 4 januari. De druk is groot want ik heb de punten van dat vak nodig om in januari aan mijn bachelorproject te mogen beginnen. Na de bijlessen van Benjamin vertrouw ik nu blindelings op wat Dr. Andy Field mij vertelt in de statistiekbijbel en op de podcasts. Als je die podcasts vergelijkt met de colleges in Leiden wens je dat je in Engeland studeert. Voor de vijf statistiekcursussen in ieder geval. Een ANCOVA uitvoeren op een onderzoek naar libido, met Viagra als onafhankelijke variabele en de partner’s libido als covariaat, maakt het echt een stuk makkelijker te lezen. En een tweeweg ANOVA is veel leuker als het gaat om het zogenaamde ‘beer-goggles’ effect. Jammer genoeg is het tentamen straks zonder seks, drugs en rock&roll. Je kunt dat ook echt niet voorstellen onder het kille tl-licht, in de gymzaal van het USC.
Twintig van de vijfendertig punten die ik dit semester aanging zitten in de pocket.  Nog vijftien te gaan en ik functioneer nu al op een semi-automatische pilootstand. Nadat ik op een nacht in de week voor de kerst nog klaarwakker was toen de Randstadrail al weer begon te rijden was de maat vol. Als ik zo door zou gaan was het niet meer de vraag of ik komende januari aan mijn bachelorproject mag beginnen maar eerder of ik überhaupt nog wel iets kon beginnen. Aan weerskanten werd ik uit mijn slaap gehouden door luidruchtige mannen. De een luid snurkend en de andere stampend op de trap en kletterend plassend op de wc. Oh, wat verlang ik naar een vrijstaand huis op nachten zoals deze en met buurmannen zoals zij. Ik besloot tot een drastische maatregel: pillen om te slapen. Ik ben niet zo’n pillenmens en behalve af en toe een paracetamolletje neem ik zelden iets in. Naast nicotine en al de andere shit die in sigaretten wordt gestopt tenminste, want dat gaat stug door als ik onder druk sta. Daarom zijn de slaapmiddelen die ik neem plantaardig. Dat staat niet garant voor ongevaarlijk want paddo’s en St. Janskruid zijn ook plantaardig. Maar de pillen die ik neem zijn niet verslavend of gevaarlijk. Synthetische (slaap)middelen zou ik sowieso niet overwegen omdat er nog veel te veel mysterie voor mij is op het gebied van farmacologie. Psychofarmacologie is een verhaal apart. De hersen-bloedbarrière kun je moeilijk omzeilen, behalve door snuiven en meningitis. Veel stoffen binden zich alleen aan bepaalde receptoren, koolmonoxide niet, die blokkeert alle receptoren. Vandaar het dodelijke effect. Daar heb ik vorig jaar iets over geleerd in een heel leuk keuzevak: biopsychopathologie & psychofarmacologie.  Wat mij het meest is bijgebleven uit die colleges is de opmerking van de docent, een psychiater, dat anti-psychotica vuiligheid zijn die je, als het even kan, het best kunt vermijden.
Dat vindt mijn (weer een andere) buurman van valium. Zijn hond kreeg dat voorgeschreven omdat ie panisch is voor vuurwerk. Ik heb het gezien, dat hij snuffelend in het gras stond, de hond, en abrupt rechtsomkeer maakte naar huis toen hij de knal van een rotje hoorde. De buurman probeerde nog om het beest gerust te stellen maar dat hielp niet. Valium maakte echter dat hij gewoon omviel vorig jaar, dus dat is het ook niet.  Morfine is een ander verhaal. Dit jaar is het vijftien jaar geleden dat mijn vader overleed. ’s Middags op oudejaarsdag 1996. De dokters hadden ons al verteld dat het niet goed met hem ging en dat hij morfine kreeg. Dat verklaarde het licht euforische gevoel dat merkbaar bij hem was kort ervoor. Ik denk dat het ook het verzet tegen de dood breekt en maakt dat je stiekem wegglipt, zonder waarschuwing.
Met een logistische regressie analyse kun je voorspellen wie er waarschijnlijk wel of niet geniet van de jaarwisseling. Het enige dat je hoeft te meten is iemands waardering voor vuurwerk en misschien ook diens alcoholgebruik. Omringd zijn door geliefden of alleen zijn op zulke dagen is ook geen onbelangrijke variabele.  Als je dan ook nog het verleden en iedereen waar je van hebt gehouden goed los kunt laten komt het wel goed. Dan proost je vrolijk met een glas vol bubbels en een oliebol op een fris jaar vol nieuwe kansen. Dan ga je knallen op 4 januari! Cheers pap, de wasmachine die ik van je erfde doet het gelukkig nog steeds. En ja, ik weet het nog: doe je best en God doet de rest… Ik zal weer een kaarsje voor je branden en heel misschien, als je zicht niet belemmerd wordt door de kruitdampen en het ruimtestation, zie je het. Jij bent losgekoppeld maar niet vergeten en nog steeds geliefd.

woensdag 21 december 2011

Vrede

Ja, nu weet ik het wel. Het is niet goed om je woede te ventileren. In wetenschappelijke kringen wordt onder het ventileren van woede verstaan een lichamelijke activiteit beoefenen, zoals bijvoorbeeld slaan op een boxbal. Nog erger is het als je tijdens zo’n activiteit blijft denken aan de persoon (meestal)  of object waardoor je kwaad geworden bent. Maar zelfs als je er niet over na blijft denken en het idee hebt dat je fitter wordt door zo bezig te zijn, zal je toch agressiever zijn dan iemand die zondermeer werd afgeleid (Bushman, 2002). Ik zie het ventileren van woede eigenlijk niet vanzelfsprekend verbonden aan een activiteit zoals met iets gooien, of ergens op slaan, hoewel ik het mij wel voor kan stellen het te doen. Ventileren is in mijn ogen je verhaal doen, vertellen of eruit gooien wat jou zo boos heeft gemaakt. Nu schijnt het zo te zijn dat mannen dat vaker doen tegen de persoon die hen boos gemaakt heeft en vrouwen zich liever uiten tegen een andere persoon maar waar het om gaat is hoe je die emotie het beste reguleert. Wanneer, en vooral hoe, kan je dat razende gevoel in je binnenste echt kwijt raken? Het liefst zonder dat je er andere, onschuldige toehoorders weer mee opzadelt. Want agressie is als een kwaadaardig woekerend kankergezwel waarvan je de gevolgen over de hele wereld terug kunt zien. Noem mij een conflict, oorlog of opstand die zonder agressie verloopt en puur een strategisch spel is. Het is dus logisch en goed dat er onderzoek naar wordt gedaan. De vraag blijft alleen of je in een experimentele opzet de werkelijkheid zo goed mogelijk kunt nabootsen en zo de antwoorden kunt vinden.
Maandag was ik bij de ondertekening van het Nederlandse plan van aanpak voor resolutie #1325 van de Verenigde Naties. Deze resolutie gaat over de (slachtoffer)rol van vrouwen bij gewelddadigheden. De bijeenkomst werd voorafgegaan door een korte, indringende documentaire over vrouwen in oorlogsgebieden. Die vrouwen pikken het niet langer om verkracht en mishandeld te worden en staan te trappelen om hun land, hun mensen te gaan leiden. Passend bij “Leiden steunt Serious Request 2011” dat steun vraagt voor moeders die alleen staan door de oorlog, werd deze ondertekening kracht bij gezet door een via Twitter gevoerde discussie.  Mensen in de zaal werden dan ook aangemoedigd om hun telefoon wel op stil maar niet uit te zetten, als zij over een smartphone beschikten, om zo vragen aan het panel te stellen. De panelleden kwamen uit verschillende hoeken, waaronder drie afgevaardigden, één uit Libië, Zuid Soedan en Burundi. Vanuit de politiek waren er twee parlementariërs,  één van D66 (Wassila Hachchi) en één van het CDA (Kathleen Ferrier).  Niet alle panelleden waren heel goed te volgen omdat hun Engels wat te wensen overliet maar het kwam er op neer dat zij betrokkenheid vroegen van Europese landen voor hun problemen. Die problemen bestaan uit behoefte aan training van hun mensen op het gebied van leiderschap. Zoals Ferrier antwoordde  kan en wil een regering zoals de Nederlandse niet altijd doordringen in conflictgebieden en zijn zij blij met mensen die ter plekke die invloed kunnen doen gelden. Er was één man in het panel vertegenwoordigd, Fabien Nsengimana van Burundi. Hij vertelde dat de workshops en trainingen voor het leiderschapprogramma voor alle fronten golden maar recent met name voor vrouwen. Zijn statement, dat met goedmoedig gelach werd ontvangen was: Vrouwen kunnen niet echt progressie maken zonder mannen. Het woord empowerment viel ook menigmaal deze middag. Leiderschap gaat immers hand in hand met macht. Om deze trainingsprogramma’s te kunnen blijven uitvoeren is er naast politieke steun ook geld nodig. Salwa Saad Bugaighis van Libië is nu activiste en vertelde dat zij alleen de politiek in wil als het quota gelijk is verdeeld tussen mannen en vrouwen. Minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken kwam de eerste handtekening zetten, na de pauze en na het optreden van de activiste uit Zuid Soedan. Saai en stijf na de swingende muziek, maar ja, hij is natuurlijk een politicus. Hij werd gevolgd door Admiraal Nagtegaal van het ministerie van Defensie en de afgevaardigde voor verschillende NGO’s.
In Leiden leeft deze weken de roep om vrede, voor iedereen op de wereld. Althans, zo lijkt het als je er tussen zit. De verkoop van warme chocolademelk op FSW, het optreden van Armin van Buuren, het Glazen Huis, om maar eens wat te noemen. Het past ook in de kerstsfeer om goed te willen doen. Er leeft ook een ander idee over Serious Request en dat verbaasde mij in de eerste instantie. Als je er echter kritisch over na gaat denken, dat is wat je geacht wordt in ieder geval te leren als universitair student, dan lijkt het een farce. Burgers worden op hun gemoed gewerkt om gul te geven. Minzaam goedkeurend knikkende parlementariërs poetsen hun ego er ook mee op maar hoe komen de conflicterende partijen in de eerste plaats aan macht en wapens? Wie financiert dat? Nou, bijvoorbeeld de oranje getinte ING bank, die investeert in wapenhandel. Bewustwording is niet leuk en dit soort oneerlijkheid maakt mij echt kwaad. Waarom doet de bemoeizuchtige politiek hier niets aan? Ik zou er misschien beter aan doen om mijzelf af te leiden in plaats van het hier te ventileren. Gelukkig is er muziek.  Een universele religie, sterker dan grenzen en overtuigingen. Ieders muzieksmaak is uniek maar er is iets universeels in onze ervaring. Een ongelofelijke power, die allerlei soorten mensen samenbrengt en het leven viert. Het is tijd voor een nieuw hoofdstuk. Armin van Buuren, de perfecte afleiding van alles wat niet klopt, stampt een vredig gevoel er in. Met oren die na afloop gonzend afgeschermd lijken van de werkelijkheid lopen we door met kerstlampjes verlichte Leidse straten relaxt naar de auto terug. Voor het eerst in weken heb ik vredig de klok rond geslapen. 

woensdag 14 december 2011

I Love You

Mijn moeder stuurde vorige week een mail door met een waarschuwing voor een virus dat in omloop is. Een computervirus natuurlijk. Ik weet niet of deze een hoax was, een nepwaarschuwing, want ik heb niet naar Kassa! of enig ander televisieprogramma gekeken. Ik ben namelijk bezig met schrijven van papers en het tackelen van deadlines. Wel lief dat ze het doorstuurde. De hedendaagse computergebruiker is bedacht op allerlei vormen van cybercrime en er zullen hopelijk geen mensen zijn die zomaar reageren op mails waarin vertrouwelijke informatie wordt gevraagd, het zogenaamde phishing. IJdele hoop waarschijnlijk als die cyberterreur goed verpakt wordt alsof het door een goede bekende is gestuurd. Zo heeft menigeen een nare ervaring met het zogenaamde I-love-you virus meegemaakt.
Bij ons thuis is het een gewoonte om je bezoek uit te zwaaien. Een gewoonte die ik heb overgenomen al heb ik geen parkeerterrein achter, zoals bij mijn ouderlijk huis. Uitzwaaien doe ik ook als de kinderen op reis gaan. Weer of geen weer, ik had steevast mijn zonnebril op als de bus op schoolreis vertrok. Uitzwaaien vanwege een reis(je) staat voor mij gelijk aan een brok in mijn keel en tranen die spontaan uit mijn ogen gutsen. Ook al komt dezelfde bus aan het eind van zo’n dag weer terug met het kind dat zich met al zijn klasgenootjes onder de banken heeft verstopt. De schoolreisjes zijn nu bijna voorbij. In de voorjaarsvakantie gaat de jongste nog een keer met een bus op schoolreis, naar haar zelfverdiende wintersportvakantie. De tijd is gekomen dat ik de kinderen op Schiphol uit sta te zwaaien. Zelfs ik vind het een beetje vreemd om binnenshuis een zonnebril op te houden en je zal mij ook zelden betrappen op publiekelijk dramatisch geschreeuw maar zwaaien doe ik, ook op het vliegveld. Het is alsof je een lijntje met ze houdt totdat ze uit je zicht zijn vertrokken. Meestal totdat ze door de douane zijn gelopen maar als het voor lange tijd en heel ver weg is zwaai ik ook nog op het panoramaterras tot het vliegtuig aan de horizon is verdwenen. Toen is het waarschijnlijk begonnen, dat het zwaaien met mijn hele hand werd vervangen door een speciaal zwaaitje. Eigenlijk is het meer hand hoog opgestoken houden en hooguit licht heen en weer bewegen om de betekenis kracht bij te zetten. Ik denk dat ik deze manier van zwaaien van de kinderen heb geleerd. Het gaat zo: in plaats van alle vingers uitgestrekt tot een volle hand, laat je de middelvinger en de ringvinger naar beneden gebogen en de drie andere uitgestrekt. Juist ja. Om de letters I (wijsvinger)  L (wijsvinger en duim) en U (wijsvinger en pink) te vormen. Voor wie dat niet kent:  dit staat dus voor “ik hou van je”! En als ik dan niets zeg daar in de vertrekhal, hoort niemand dat mijn stem breekt van de tranen. Begon het dus oorspronkelijk omdat mijn dochter voor een jaar naar Amerika vertrok, daarna ging de andere dochter een poos naar India. Nu is het inmiddels vast pandoer dat de kinderen zelf reizen maar zo zwaaien is gebleven. Iets minder geëmotioneerd misschien. Wel frequenter. Onbewust is dat er in geslopen. Wanneer ik thuis ben als ze naar school gaan zwaai ik ze uit. Dan steken ze nog even een handje boven de tuindeur uit met het I love you gebaar en doe ik dat terug. Dat het een als een sluimerend virus is geworden bleek toen kort na elkaar mijn dochter en ik op deze manier terug gezwaaid hadden naar iemand die gewoon zijn hand had opgestoken om te groeten. De vriendin van mijn dochter vond het niet erg en kon er wel om lachen. Ik weet niet eens meer tegen wie ik het deed maar wel dat ik echt niet dat bedoelde. Ik kan alleen maar hopen dat het niet opgevallen is en ben er sindsdien wel extra op gaan letten. Gek is het eigenlijk dat dit een beetje gênant aanvoelde want er kan nooit genoeg liefde getoond worden zou je denken maar we zijn selectief met liefde. Ik zeg niet zo maar “Ik hou van je”, behalve als ik het meen. Met liefde moet je niet nonchalant omgaan en je mag het zeker niet misbruiken want we zijn er gevoelig voor. We willen het maar al te graag horen, als het gemeend is.
Daarom is het zo vals dat het als dekmantel diende voor zo’n akelig computervirus.  Ik denk niet dat je de makers van zulke programmaatjes, want dat zijn het feitelijk, computerprogramma’s, hackers moet noemen. Een hacker breekt in software, (sociale) netwerken en besturingssystemen in om de kick van het kraken van beveiligingscodes. Soms uit hoofde van z’n beroep. Ik vind dat hackers een goede functie hebben omdat ze de makers van die systemen laten zien dat er lekken zitten in de beveiliging. Degenen die computervirussen maken en verspreiden zijn kleinzielige kwelgeesten die hun lol halen uit het moedwillig chaos creëren voor de chaos. Vreemd dat deze vergelijking mij doet denken aan de Occupy beweging… Occupy Wallstreet versus mensen die hun rantsoen aan anderen vragen, krijgen van velen een opgestoken middelvinger… Misschien voor een volgend stukje. Het is nu tijd voor een kerstgevoel. De boom staat met lampjes erin beneden te stralen. De ballen komen nog. De tijd vliegt door alle opdrachten en mijn hoofd loopt over. En zo kon het gebeuren dat ik Sinterklaas uitzwaaide met middelvinger en wijsvinger naar beneden. Ach, van sommigen krijgt ook hij weer een middelvinger.

woensdag 7 december 2011

Een mooie dag voor de ....

Shangri-La, ook wel aards paradijs genoemd, is misschien wel het hoogste waar een mens tijdens zijn leven naar streeft. Ware het niet dat het een utopie is, ontsproten aan de geest van een Britse schrijver en neergezet als een boeddhistisch klooster aan de voet van de Himalaya. Shangri-La is gebaseerd op Shambhalla, een mystieke stad volgens Tibetaanse traditie. Sinds enkele jaren mag de Chinese stad Zhongdian zich officieel Shangri-La noemen maar vóór de Tweede Wereldoorlog was het ook de naam van het buitenverblijf van de Amerikaanse President, nu Camp David. President F.D. Roosevelt gebruikte de naam om de Japanners te misleiden toen hij in een radio-interview vertelde dat vanaf Shangri-La de bommenwerpers opgestegen waren om Tokyo te bombarderen. In werkelijkheid was dat vanaf een vliegdekschip gebeurd en door die historische uitspraak is een van de vliegdekschepen van de Tweede Wereldoorlog Shangri-La gedoopt. Hoe kan zo’n mooie naam ook verbonden zijn aan zoveel narigheid? Aan miljoenen doden, waar Anwar Sadat er jaren na het Camp David akkoord een van was. Roosevelts naamgenoot, verre neef en voorganger is de man naar wie de Teddybeer is vernoemd. Teddyberen die recent toonbeeld waren voor de Ideale Man, want hedendaagse vrouwen wilden knuffelen. Teddyberen die een aanslag op hun identiteit te verduren krijgen als blijkt dat sommige vrouwen toch liever een Tijger hebben. Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Wat willen we?
Een innerlijk Shangri-La misschien. De psyche staat voor mij soms gelijk aan een huis omdat ik de parallel kan trekken naar mijn fysieke huis. Is het hier binnen een zooitje, dan zit mijn hoofd ook vaak vol troep. Toen ik destijds mijn huidige woning betrok moest er best veel aan gebeuren om het tot mijn huis te maken. Ook aan mijn denken is sindsdien veel verbouwd. Dit wordt ook wel innerlijke groei genoemd. De studenten van de opleiding waar ik assistent-trainer was verwoordden hun innerlijke groei, na hun eerste jaar opleiding afgelopen zaterdag, ook metaforisch: als een referentiekader dat je kwijt raakt in je opvoeding en hoe het terugvinden ervan motiveert, inspireert en uitdaagt. Weer een groep mensen die zin hebben gekregen en hard hebben gewerkt aan ondermeer hun gespreksvaardigheden om als counsellor/coach aan de slag te gaan. Gespreksvaardigheden zoals verder reikende vragen stellen en parafraseren zijn nuttige tools om werkelijk naar de ander te luisteren en vanuit diens eigen innerlijk de gewenste verandering tot stand te helpen brengen. En het is leuk als dat je baan is, met mensen praten, of meer nog naar ze luisteren waardoor ze ineens weer zien hoe ze verder willen.  Mensen hebben behoefte aan een drive om zichzelf aan te kunnen sturen, dingen te doen die verder gaan dan je tijd uitzitten. Aan een baan, een bezigheid, een doel. Waarom zou je anders je bed uitkomen en zoveel van jezelf er aan geven? Als het goed is mag je heel lang bezig blijven. Tot je oud bent en bejaard.
Hoe anders is het als je eenmaal oud bent geworden, echt oud? Kun je geïnspireerd blijven tot in lengte van dagen? Mijn voormalige schoonmoeder zegt bij iedere gelegenheid die er is dat het voor haar niet meer hoeft. Na het overlijden van haar man kreeg zij gezondheidsproblemen en hebben haar kinderen een ander huis voor haar gevonden. Een huis waar zij niet blij mee is maar voor de plek waar zij wel zou willen wonen is ze nog te gezond volgens de regels. Shangri-La zit dan toch niet alleen maar van binnen maar heeft blijkbaar veel te maken met waar je je bevindt. Het zou idealer zijn als ouderen zelf kunnen kiezen waar zij wonen en met wie. 
Tot afgelopen zondag woonde er een man in Leiden die voor mij als rolmodel staat van hoe oud zijn, echt oud, achtennegentig jaar, iets is om niet bang voor te zijn. Op weg naar FSW passeer ik dat huis altijd. Dagelijks maakte deze man een ritje in zijn scootmobiel, deed een puzzeltje en dronk zijn cola-tic om goed te kunnen slapen. Hij stond nog midden in het leven en toonde altijd belangstelling voor de dingen waar zijn jonge hulp, mijn dochter, in haar leven mee bezig is. Hij daagde haar uit om een roeiwedstrijd te winnen en liet zijn eigen dochter de beloofde bos bloemen kopen toen het meisje voor het eerst echt ‘blik had getrokken’. Hij begreep niet hoe de huidige jeugd tot diep in de nacht uit kan gaan. Hij vertelde haar hoe hij zijn vrouw destijds mee uit nam naar een dansavond en dat zij dan om tien uur ’s avonds thuis moesten zijn. De burgemeester is bij hem en zijn vrouw op bezoek geweest toen zij zeventig jaar waren getrouwd. Ruim een jaar geleden stierf zijn vrouw. Hij miste haar en hij zei tegen mijn dochter dat het voor hem niet meer zo hoefde. Vorige week maandag gaf hij haar een chocoladeletter omdat hij van tradities hield. Dat had hij tot Sinterklaasdag kunnen bewaren maar misschien wist hij al dat het zondag een mooie dag zou zijn. 
Shangri-La. Een aards paradijs. Voor iedereen verschillend. Iedereen met zijn eigen referentiekader dat ingekleurd wordt in de loop van je leven met waarden en normen die niet perse van jou waren maar van de tijdsgeest en je medemens. Alleen flexibiliteit en een open blik kan een mens een stapje dichter bij brengen. Totdat de rek eruit is en het allemaal niet meer zo nodig hoeft. 
(Bron: Wikipedia.org)