woensdag 23 november 2011

Eitje

Wekenlang zat ik in een ritme waardoor ik ruim op tijd mijn wekelijkse stukje schreef. Dit keer was ik zo druk bezig met studiezaken en mijn hoofd ergens anders, dat het nu letterlijk vijf voor twaalf is. De meeste tijd ging deze week zitten in het voorbereiden van mijn presentatie voor de werkgroep Emoties van Beoordeling & Beïnvloeding. Het artikel dat ik moest presenteren gaat over wat de effecten zijn van rumineren en afleiding op het luchten van woede (Bushman, 2002)*. Ook ben ik hard bezig met Multivariate Data Analyse, het laatste statistiekvak voor de bachelor. Daar had ik vanavond de tweede bijles van, uit een serie van acht. Die bijlessen worden gegeven door Benjamin Telkamp en het is een hele verademing om te merken dat ik het nu wel begrijp. Dankzij mensen zoals hij en degene die mij door de eerste wiskundehobbels heen hielp, Joris, heb ik straks met goed gevolg gewoon vijf statistiekcursussen doorlopen. Cursussen die voor mensen zonder wiskunde bol staan met wazige formules. Ik voel mij bij lange na geen bèta maar ik hou er wel veel van. Niet dat ik de behoefte voel om iemand met aversie ervoor te enthousiasmeren voor bètavakken maar ik kan mij niet goed voorstellen dat het oninteressant lijkt om bij voorbeeld te weten wat de enige stof op aarde is die niet in vaste vorm voor komt. Iets dat ik op de zomercursus heb geleerd en dat vanavond toevallig ter sprake kwam. Voor wie het toch wil weten, een tipje van de sluier: de man die het vloeibaar heeft weten te maken woonde in Leiden en in het gebouw waar hij dat deed zit nu de faculteit der Rechten.
Als je water neemt, dat kun je van z’n vloeibare vorm omzetten in gas en in een vaste vorm door het te bevriezen. Het maakt niet uit in welke volgorde je het doet, van ijs naar vloeibaar naar waterdamp of andersom. Maar als je een ei kookt kan je het niet meer in zijn ongekookte vorm terug krijgen. Het is onomkeerbaar veranderd. Zo is het eigenlijk ook met leren. Als je eenmaal iets geleerd hebt kun je het niet meer niet weten. Soms heb je misschien het gevoel alsof je het nooit zult leren en als je terugkijkt zie je dat er ontzettend veel is veranderd. Het gaat stap voor stap, vaak ongemerkt. In eerste instantie was ik al heel blij dat ik mijn colloquium doctum haalde. Daarna was het bindend studieadvies bron van zorg en vervolgens mijn propedeuse. Ging het er eerst vooral om dat ik op de opleiding mocht blijven, nu probeer ik mijn cijfers op te krikken voor de toelating aan de master die ik voor ogen heb. Het is het leukste jaar, dit derde jaar. De druk is van de ketel en de vakken zijn nu niet meer verplicht maar eigen keuze. Op MVDA na dan, dat is nog van het verplichte deel, maar dat is nu ook veel leuker. Ik heb best wel eens verzucht dat ik niet wist waar ik het allemaal voor deed. Uiteindelijk studeer je toch voor goede carrièreperspectieven. Mijn oorspronkelijke doel, registratie in het register waardoor cliënten vergoeding kunnen krijgen voor je diensten, is niet meer mijn hoofddoel. Vorig jaar moest ik voor het vak Psychodiagnostiek een rapport maken waar ik mezelf moest testen of ik de vereiste kwaliteiten voor het beroep van Psycholoog bezit. Uit mijn scores op de ABIV, de beroepen-interesse test, kwam een mengelmoes van interesses in exacte vakken, techniek en sociaal wetenschappelijk naar voren. Ik kon daar toen geen eieren van maken maar sinds ik het vak Cognitieve Neurowetenschappen heb gevolgd is er een nieuwe wereld voor mij opengegaan. Theoretische modellen toetsen met harde hedendaagse techniek: fMRI. In dit apparaat kun je veel meer processen van het brein in kaart brengen dan tot voor die tijd mogelijk was. De “f” staat voor functioneel en dat betekent dat je mensen taakjes en testjes kunt laten doen terwijl hun hersenactiviteit in beeld wordt gebracht. Omdat mijn grote passie is om alles over angst en fobieën te weten te komen zag ik al voor mij hoe en wat ik zou willen meten als mensen in een lift vast zitten. Een lift is natuurlijk niet te combineren met een MRI scan maar er zijn ook apparaten uitgevonden die met laser werken en daardoor heel goed mobiel in te zetten zijn. Vooralsnog is dat nog te ver weg voor mij maar ik heb intussen wel weer het contact aangehaald met liftfabrikant Kone. Dankzij de samenwerking met hen kan ik nu al mensen met liftangst op een veilige manier helpen daar overeen te komen. Omdat ik mijn onderzoekbehoefte voelde gaan borrelen heb ik een afspraak met hen gemaakt om te bespreken wat de mogelijkheden zijn voor wetenschappelijk onderzoek naar wat een lift die blijft hangen doet met gezonde proefpersonen. Ik hoop dat die informatie zal helpen om mensen met liftangst nog beter te kunnen helpen. Intussen weet ik wel dat een onderzoeksvraag opstellen een hele kluif is en daarom zal het nog een behoorlijke poos duren voor ik echt als onderzoeker aan de slag kan gaan. Het is in ieder geval een droom die steeds meer vorm krijgt en om te beginnen heb ik gesolliciteerd als meetassistent bij een onderzoeker die al heel veel verder is dan ik. Nog zo’n aspect dat de studie leuker maakt, de praktijk gaan voelen.

* ) Bushman, B.J. (2002). Does Venting Anger Feed or Distinguish the Flame? Catharsis, Rumination, Distraction, Anger, and Aggressive Responding. Personality and Social Psychology Bulletin, 28, 724-731. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten