woensdag 9 november 2011

Dwaze dingen

Op mijn verjaardag kreeg ik van Tabitha een tegoedbon met een aantal opties voor leuke doe-dingen om samen met haar te doen. Eén ervan was een overnachting in een Mongoolse yurt. Ik was daar meteen het meest enthousiast over en weet eerlijk gezegd niet eens meer precies wat de andere opties waren. We hebben een paar jaar terug ook al een keer in een tipi geslapen. Ik had van tevoren nooit gedacht dat die zó groot zijn. Acht bedden stonden er en nog kon je bij wijze van spreken elkaar achterna rennen. Ik voelde mij een heuse squaw daar in Duitsland aan de rand van Phantasialand. Een berber tent zou ik ook nog wel eens willen proberen, die zijn vaak nog groter dan mijn woonkamer. De yurt is volgens de foto’s op de website ook al zo enorm, ze hebben er voor twee, vier en zes personen. In zo’n ruimte waar je gemakkelijk rechtop kan staan vind ik kamperen een feest. De andere kant ken ik ook; in twee piepkleine tentjes heb ik twee nachten met de drie meiden gekampeerd in Frankrijk. ’s Morgens voor dag en dauw stonden we ons half gebukt aan te kleden in het piepkleine voortentje om op tijd te zijn voor de boot naar Jersey. Zo’n klein tentje heeft ook wel iets knus. Buiten slapen, zonder tent of iets boven mijn hoofd heb ik ook eens een paar nachten gedaan. Met z’n tienen hadden we onze bedden uit de snikhete stacaravans gesleurd en keken op een heel comfortabele manier naar de sterrenregen. Een nietig gevoel, zo slapen onder de blote hemel maar ik kan het iedereen aanbevelen. Ook al voor de verbaasde blikken van de andere campinggasten!Toch zou ik mijzelf geen kampeerder willen noemen, eerder een liefhebber van dingen uitproberen. De kinderen hebben dat ook, die hebben een try-before-you-die lijstje met de meest uiteenlopende dingen erop. Schitterend. Zeg nou zelf, het is toch een kick als je af kunt strepen dat je op de Evenaar hebt gestaan of op de Nijl hebt geraft? Morgen is het zover, de overnachting in de yurt. Eigenlijk hadden we het dit voorjaar al willen doen maar toen waren alle yurts bezet. Ach, het is best aardig weer voor november en in de yurt staat een houtkachel. We zullen niet veel andere kampeerders daar treffen en dat heeft ook wel iets, vooral ’s nachts in het donker… brrr. Muizen en andere wilde beesten houden we op afstand met ons kampvuurtje. Daar neem ik stiekem wel aanmaakblokjes voor mee want zonder man in mijn tent ben ik een hopeloze survivor.
Kampvuurtjes zijn de beste reden waarom het ’s nachts koud mag zijn van mij. Als iemand dan gitaar  of mondharmonica voor mij zou spelen zou ik tot het ochtendgloren buiten blijven zitten bij zo’n vuurtje. Gebiologeerd in de vlammen of naar de sterren staren en meedrijven op de muziek. Er zijn trouwens ook een sauna en een hot-tub bij de yurt. We moeten dan wel zelf het vuur eronder aanmaken maar met mijn aanmaakblokjes is dat geen probleem. Terwijl ik dit zo allemaal bedenk wordt het lijstje van dingen die ik morgen mee wil nemen ongemerkt steeds langer. Het lijkt een beetje op “ik ga op reis, en neem mee…, een handdoek, aanmaakblokjes, lucifers, slaapzak, kussen, m’n stoere jas, een aardappelschilmesje, oplaadsnoer van mijn telefoon... ”.  Dat laatste valt een beetje uit de toon en geeft ook precies weer wat voor een soort kampeerder ik ben. Toch heb ik op reisgebied nog wel bijzondere wensen zonder comforteisen, die ik ooit hoop waar te maken: reizen met de Trans-Siberië Express en de Oriënt Express, in de woestijn in een berber tent slapen na een tocht daarheen op een kameel. Nou ja, vanaf de bewoonde wereld naast die woestijn op een kameel bedoel ik natuurlijk. En als het morgennacht goed bevalt, wil ik misschien ook wel een keer naar de steppen waar yurts niet puur voor de lol als verblijf dienen. Ik heb ook een sluimerende wens om eens een weekend in de Ardennen zelf te voelen hoe leuk het is om te tokkelen of te abseilen. In mijn gedachten is dat allemaal de moeite waard om uit te proberen. De wereld is een toverbal. Geef mij een plaatje van een wit strand en azuurblauwe zee met een paar palmbomen en poef, ik zit op Bora Bora. Of het beeld van Machu Picchu en ik voel zowat de hoogteziekte al. Een muziekje met een harmonica erin en ik zit op een terras in Mont Martre en de klanken van de Gypsy Kings brengen mij in een oogwenk in Zuid Spanje. Oftewel, ik heb een levendig voorstellingsvermogen. Als ik een goed boek lees ben ik in een mum van tijd in die wereld die beschreven wordt. Ook de yurt heb ik de afgelopen dagen al menigmaal in gedachten bezocht. Het kampvuurtje knetterde er vrolijk op los en in de verte kon ik wolven horen huilen. Dat is niet eens zo’n dwaze gedachte: de wolf terug in NL.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten