woensdag 20 juni 2012

Blikogen


Hij moest nog even een laatste vrachtje wegbrengen. Ze zag hoe hij de wagenaanhang aan de haaktrek van de auto koppelde en keek hem na terwijl hij langzaam de wegboeren af reed. Ze keerde zich weer naar het fornuisgas waar de pan zelfgemaakte soeptomaten stond te pruttelen. Nog een dagje makkelijk eten. Met een stukje broodstok en boterkruiden erbij moest dat voldoen. Gisteren hadden ze ook al geen echte maaltijd gegeten maar eenvoudigweg koekenpannen. Volgende week zou ze weer gewoon gaan koken. Ze liep naar de tafeleetkamer die bezaaid lag met rekeningen en andere papieren. Ze besloot nu eindelijk eerst eens de belastingwegen te betalen. Die aanslagbelasting lag al een maand op de stapel. Zo kon die meteen nog even op de busbrieven worden gedaan.
Het was intussen gaan schemeren. Hij was nog steeds niet terug. De klokkeuken tikte gestaag de minuten weg en zij zat in de stoelschommel bij het raam. Ze vond het zo jammer dat de boomkerst bruin begon te worden. Misschien had hij die beter ook mee kunnen nemen. Ze trok ongeduldig het elastiekje uit haar staartpaarden en schudde haar hoofd. Waar bleef hij nou? De paallantaren was net aangesprongen.  Handenwringend stond ze op. Voor de honderdste keer poetste ze haar glasbrillen op. Ze moest niet zo gespannen doen. Dan zag ze alles volgens hem verkeerd. Ze pakte haar werkbrei en ging weer in de stoelschommel zitten. Zevenenzeventigduizend steken had ze nu gedaan. Het werd een trui voor hem. Ze hield de enorme lap voor haar eigen lijf. Het leek wel een tent. Maar ze had net nog gezien wat een enorme balspier hij had toen hij de spullen oplaadde.
Ze schrok plotseling op van de beldeur. Gehaast legde ze haar werk opzij en sprong op uit de stoel. Met de punt van haar schoen bleef ze haken aan een lus van het kleedvloer. Ze stommelde de gang in en deed snel de deurvoor open. Daar stond hij met een beteuterd gezicht. Hij was niet alleen zijn sleutelhuis kwijt maar had ook de auto in de prak gereden. Ze was zo blij dat hij heelhuids bij haar terug was dat ze eerst geen woord uit kon brengen. Ze pakte zijn grote hand en keerde hem naar de foto in de lijstschilderij. Hij begreep het en gaf haar een vette oogknip.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten